Wilgenfluitjes

Altijd rond deze tijd komt mijn vader ‘langs waaien’ in de vorm van een lome, warme wolk van kleinere en grotere herinneringen. Omdat dit de tijd is waarin hij altijd wilgenfluitjes maakte. Hij deed dat tijdens onze zondagse wandelingen in de bossen van Gaasterland. Als klein kind keek ik er altijd vol bewondering naar, want het was een heel lastig werkje. Hoe hij het deed weet ik niet meer exact, maar dit is wat ik me herinner:
Eerst zocht mijn vader een tak uit van de juiste dikte en daar sneed hij een stukje van ongeveer 15 centimeter van af. Het merg binnenin dat takje moest dan worden losgeklopt van de bast. Een hele kunst! Mijn vader klopte daarvoor lang en stevig, maar ook niet weer té stevig, met zijn zakmes op het takje, dat hij ronddraaide tussen zijn vingers. Regelmatig spuugde hij er een beetje op om de bast te bevochtigen, waardoor die soepeler werd en gemakkelijker losliet van het merg.
In mijn opgewonden kind-ervaring duurde dit kloppen en spugen en draaien lang, eindeloos lang, maar als hij dan eindelijk het merg heel voorzichtig uit de bast had losgetrokken, nog een piepklein mondstukje had gesneden en dat heel voorzichtig weer in de bast had gepriegeld, was dan eindelijk het fluitje klaar! 
Ieder jaar weer was het heldere geluid van het fluitje prachtig om te horen. Zeker, als je er verschillende tonen op kon maken, wat meestal wel lukte. Onze boswandeling werd op die manier een vrolijke processie.

Ik was 16 jaar toen mijn vader voor de laatste keer een fluitje voor me maakte. En dat was een hele goede; de beste van allemaal. Ik kon er ‘Op de grote stille heide’ op spelen, schreef ik onder de foto in mijn fotoboek. Want, alsof ik voorvoelde dat dit zijn laatste fluitje zou zijn (twee jaar later overleed hij), vroeg ik hem om een foto van mij te maken terwijl ik op dat fluitje blies.

En ja, dan komen ook de andere herinneringen weer langs. Zijn ‘lessen’ zoals: pluk nooit álle paddenstoelen die je in een groepje bij elkaar ziet, maar laat er een aantal staan, zeker de kleinsten die nog kunnen groeien. De natuur is er niet om leeg te roven. En om dezelfde reden: pluk nooit álle bloemen af, maar laat er altijd wat staan en ruk ze al helemaal niet met wortels en al uit de grond. Ook leerde hij me hoe je in het voorjaar mooie bloesemtakjes van een boom kunt plukken zonder de boom te beschadigen. En natuurlijk nooit meer dan een paar. Lessen in eerbied voor de natuur.

Een heel vervelende en moeilijke les van hem was: zorg dragen voor je bezit. Dat bezit bestond uit onze fietsen. Die moesten we regelmatig schoonmaken. In de winter moesten we ze zelfs invetten. Ook de spaken in de wielen. De in onze ogen onafzienlijke hoeveelheid spaken moesten eerst worden schoongemaakt en daarna ingevet. Een hels karwei! Al poetsend en prutsend met natte lappen en vette doeken heb ik mijn vader dan vaak vervloekt. Maar we deden het wel!
En wat vind ik dit bij nader inzien een belangrijke les! Hij klinkt nog steeds in mij door en ik probeer me er nog steeds zo goed mogelijk aan te houden.

Een andere, voor mij ook heel belangrijke les heeft hij nooit uitgesproken, maar voorgeleefd. Hij deed dat, wanneer ik samen met hem in de auto meubels ging afleveren in de provincie. Het gebeurde dan regelmatig dat we eindeloos moesten zoeken, omdat we de weg kwijtraakten. Hij draaide dan het auto-raampje open en vroeg de weg aan voorbijgangers, of hij belde ergens aan om de weg te vragen. Het duurde daardoor soms lang voor we het adres vonden, maar we kwamen er op deze manier altijd.
Het prettige aan deze herinnering is, dat die geen zweem van schaamte bevat. Mijn vader geneerde zich absoluut niet voor zijn onwetendheid. ’Als je iets niet weet, vraag je gewoon om hulp,’ leerde hij me op deze manier. En ook: ‘Die hulp krijg je altijd.’ Nog steeds schaam ik me op geen enkele manier als ik iets niet weet en vraag ik heel gemakkelijk om hulp. Dat geldt overigens niet alleen voor de weg, maar voor zoveel dingen het leven.

En dan is er ook steeds weer die bitterzoete herinnering aan die keer dat hij een piano repareerde. Dat was zijn oorspronkelijke vak: pianostemmer en -reparateur. Hij had dat vak in de crisistijd noodgedwongen verruild voor meubelmaker, omdat in die jaren geen mens zijn piano nog liet stemmen, laat staan repareren. Maar soms had hij nog een piano-klusje. Ik denk dat ik een jaar of acht was toen er weer eens een piano stond en ik me weer eens kon vergapen aan wat hij allemaal deed. Want dat deed ik heel graag.
Het begon altijd met het openen van de kast van de piano. Daardoor werd niet alleen de klankbodem met de snaren zichtbaar, maar zag je ook al die prachtige witte hamerkoppen, die via een ingewikkeld mechaniek van latjes en steeltjes en scharniertjes vanaf de toetsen tegen die snaren worden geslagen. Iedere keer weer was het voor mij alsof er een groot mysterie werd onthuld. Dus zó worden de klanken gemaakt: bij elke aanslag op een toets wordt er een hamerkop tegen een snaar geslagen. Iedere keer weer ook, tokkelde ik even met mijn nagels over de snaren; een lelijk, ontluisterd geluid dat in de verste verte niet leek op de warme klanken, die de hamerkoppen maakten.
De hamerkoppen waren om die reden heel belangrijk wist ik, want zij maken de klank. Wanneer het vilt op de koppen is vervormd of versleten, wordt de klank lelijk. Maar mijn vader kon ze weer goed maken. Hij tilde ze dan allemaal tegelijk uit de piano, zette ze op de tafel en ging het vilt schuren of hij prikte erin met een soort naalden. Dat heet ‘intoneren’ heeft hij me verteld. En ook, dat het een heel precies werkje is.

Die middag zit ik bij hem aan de tafel en ik kijk naar hem, terwijl hij een hele rij hamerkoppen bewerkt. Het is stil. We zeggen niets tegen elkaar, want hij is hier volledig geconcentreerd mee bezig. Hij prikt en voelt, prikt weer en voelt weer, prikt nog een keer en voelt nog een keer. Totdat hij de kop goedkeurt en de volgende onder handen neemt. 
Eindeloos lang is hij op deze manier bezig en al even eindeloos lang kijk ik naar hem. Uren duurt het in mijn ervaring. Uren van rustig en regelmatig prikken, voelen en weer prikken. Ik zie zijn handen en zijn zorgvuldige bewegingen, voel zijn geconcentreerde aandacht. 

En dan vervloeit mijn aandacht met die van hem. Samen met hem drijf ik in een tijdloze zee en ik voel heel duidelijk dat hij gelukkig is. Dat maakt me blij omdat ik heel vaak zie dat hij gespannen is; zich opgejaagd voelt. Maar nu dus niet. Hij is aandachtig nu, in alle rust, geconcentreerd bezig. En opeens weet ik heel zeker: “Dit is jouw werk, dit hoor jij te doen, dit maakt jou gelukkig.” En oh, wat gun ik hem dit geluk en wat maakt het mij gelukkig om hem zo te zien.
En hoewel ik zeker weet dat er op die plaats in de kamer geen zon kwam, zie ik ons, altijd als deze herinnering langs zweeft, samen aan de tafel zitten, in een grote baan helder zonlicht.

14 reacties op “Wilgenfluitjes”

  1. Marijke Bijleveld

    Lieve Riekje,
    Wat een mooie herinneringen, wat wordt ons dit alles zo mooi voorgeleefd door onze ouders in een tijd waarin er de rust heerst dat er concentratie opgebracht kan worden en aandacht!
    Dankjewel , Marijke Bijleveld

  2. Stella Sohns-van Harten

    hallo Riekje, dank voor het delen van de prachtige herinneringen aan je vader. De tekst ontroert me en inspireert mij ook. Ik ben nl. sinds enkele maanden intensief met het leven van mijn diverse familieleden bezig ivm een poging, een familiechroniek op papier te zetten. Uiteraard kwamen daarbij ook allerhand herinneringen aan mijn paps ‘bovendrijven’. Hij heeft een belangrijke rol gespeeld in mijn leven. en ook in dat van mijn kleinkinderen.
    Dank ook aan mijn dierbare vriendin Agnes, die mij op jouw blogs attent heeft gemaakt!
    SHALOM / S t e l l a

    1. Het doet me goed te weten dat ik je inspireer met mijn verhaal.
      Mijn vader is ook heel belangrijk voor me geweest, al is hij veel te vroeg overleden. Daardoor hebben mijn kinderen hem niet gekend. Heel erg jammer.

    1. Ja, het begon met dat wilgenfluitje, maar het werd in de loop van het verhaal een soort ‘in memoriam’ dat ik met heel veel plezier heb geschreven.

    1. Ja zeker! Helaas heb ik in mijn leven heel vaak dingen gedaan die ik ‘nodig’ of ‘nuttig’ vond. Maar gelukkig leer ik me steeds beter aan die les te houden.

  3. Lieve Riekje, wat een prachtige geschreven verhaal over de herinneringen van zo een belangrijk man in jouw leven als jouw vader. En wat voor een vader! Het verhaal inspireert me om ook mooie herinneringen over mijn vader boven te laten komen hoewel hij toch al vaak in mijn gedachten is.
    Vader-dochter is een belangrijke en waardevolle relatie in je leven als meisje en dat blijft altijd bij je.

    Wat een groot talent heb jij om de ervaringen zo mooi en boeiend op te schrijven en het verhaal zegt ook iets over jou. Dat jij iemand bent die zelf al als kind de diepte en het mysterie van het leven, de diepte van de zielenroerselen en de liefde wilde zien en ontdekken. Je bent een mooi mens Riekje!

    1. Ja, dat begin ik zo langzamerhand ook een beetje te zien; dat ik als kind inderdaad al wat jij noemt ‘de diepte van de zielenroerselen en de liefde wilde zien en ontdekken.’ Ik heb daar nooit zo bij stil gestaan, maar het is zeker waar.
      Dankjewel voor deze opmerking.

    1. Ja, ik doe er heel erg mijn best op om het zo mooi mogelijk geformuleerd te krijgen. Ik zit eindeloos te prutsen met woorden en zinnen. Net zo’n pietepeuterig gedoe als hamerkoppen intoneren……

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.