Jarenlang deed ik aan yoga, taichi, qigong en Pilates bij verschillende leraren, maar de afgelopen drie jaren deed ik helemaal niets. Eerst omdat de covid-maatregelen het oefenen in kleine groepen verbood en later nog heel lang doordat er in Zaltbommel geen lessen qigong of taichi meer werden gegeven en dat deed ik het liefst. Maar sinds kort wordt er hier weer qigong gegeven, dus ik doe het weer. Iedere week een uur. Veel rechtop staan, veel bewegingen met de armen, handen, voeten, benen, en heupen: alles om de gewrichten los te draaien en de befaamde qi door de al even befaamde meridianen te laten stromen.
Tijdens een van de lessen moeten we een hele poos in een bepaalde stand rechtop staan, om zo een ultieme doorstroming van qi te bewerkstelligen. Terwijl we allemaal zo mooi mogelijk staan, gaat de docent bij iedereen langs en corrigeert, waar nodig, onze houding, om ervoor te zorgen dat iedereen echt helemaal correct staat. Bij de een worden de schouders ietsje naar voren verschoven, bij de ander juist naar achteren, bij weer een ander wordt het hoofd iets anders op de romp gezet en ik blijk met mijn bovenlijf iets achterover geleund te staan, dus de docent duwt mijn bovenlichaam voorzichtig ietsje naar voren.
Het gaat maar om een verschil van misschien een paar centimeters, maar voor mij voelt het zo ongeveer levensbedreigend: het voelt alsof ik ver naar voren geduwd word en ieder moment voorover kan vallen. Ik sta een hele poos met kromme tenen te wankelen, totdat ik weer een evenwicht vind.
Oké, zo voelt het dus als je rechtop staat. Heel erg vreemd.
Ik herinner me dat een andere qigong-leraar me er jaren geleden ook al eens op wees dat ik achterover sta. Hij duwde me toen ook op deze manier naar voren en ook toen voelde het alsof ik voorover zou vallen. Een hardnekkige gewoonte kennelijk.
Waarom sta ik eigenlijk zo? Wat maakt dat ik mijn bovenlichaam naar achteren laat hellen? “Terughoudend type zeker” hoor ik al een aantal mensen psychologiseren. Aardig gevonden, maar ik weet een andere verklaring; de juiste: tante Smeenk.
Tante Smeenk is geen echte tante van me. Ze was een vriendin van mijn moeder die we tante noemden, omdat ze zo vaak bij ons thuis kwam dat ze als familie aanvoelde. Ik ging als klein meisje ook regelmatig bij haar op bezoek. Dat kon gemakkelijk, want ze woonde om de hoek, dus ik kon op mijn stepje gewoon naar haar toe rijden.
Ik vond het heel prettig bij haar, want ze luisterde altijd heel geduldig naar mijn drukke gebabbel. Na verloop van tijd gaf ze me altijd een snoepje en dan vertrok ik weer. Niet, dat het me om de snoepjes te doen was, ik was vooral blij met haar aandacht. Mijn moeder was vaak haastig en druk doende; te druk om mij voldoende aandacht te geven. Maar toch, dat snoepje was een soort eind-signaal; zodra ik het had gekregen vertrok ik weer. Ik was toen een jaar of vier, vijf.
Later, zo rond mijn tiende, toen ik vaak met vriendinnetjes ging fietsen en dan bloemen ging plukken, plukte ik altijd twee boeketjes: eentje voor mijn moeder en eentje voor haar. Ze was altijd blij met zo’n boeketje. Een lieve aandachtige en geduldige tante, die tante Smeenk.
Maar het beeld van haar dat me het scherpste bijstaat, en daar gaat het me in dit verband om, is dat ze met haar handen in haar zij staat te lachen. Breeduit staat ze daar. De voeten iets uit elkaar, haar handen op haar heupen en haar bovenlichaam naar achteren geheld. Daar staat ze te lachen. Ik ben ongeveer twaalf en ik zie haar staan en ik ben vol bewondering en blijdschap. Zo groot, zo stevig, zo vrolijk ziet ze eruit. Zo wil ik ook worden.
En zo ben ik ook geworden. Althans, wat lichaamshouding betreft. Ik heb de houding van tante Smeenk in me opgenomen, al ben ik me dat totaal niet bewust in die zin, dat ik haar houding ooit bewust heb nagedaan. Toch sta ik, net als zij, ietsje achterover geheld. Ik weet zeker dat zij het is als ik zo sta. Ik voel me haar. Ik heb haar in me opgenomen. Ze leeft op deze manier in mij voort.
Toevallig word ik me dit bewust, doordat de qigong-lerares me in een andere houding duwt. En ze heeft gelijk: het is is nergens goed voor om achterover te hellen. Het is beter dat tante Smeenk uit mijn lichaam verdwijnt. Ze hoeft niet zo fysiek in mij voort te leven. Ze leeft ook voort in mij door de warme herinnering aan haar.
Én door haar boterpot. Die boterpot heb ik van haar geërfd, omdat ik die als kind zo fantastisch mooi vond. Je kunt de schroef bovenop het metalen dubbelwandige deksel losdraaien en dan warm of koud water in het deksel gieten. De boter in de pot wordt op die manier in de winter verwarmd en in de zomer gekoeld. Hij staat op het aanrecht, dus ik zie hem iedere dag. Betoverend mooi!
Lieve Riekje, de essentie van je verhaal: hoe je je de geliefde tante Smeenk fysiek ‘eigen’ maakte, waarbij er -zo interpreteer ik dat- er geen ruimte was om helemaal goed zelfstandig te staan. Ik vind het een bijzondere observatie. Mooi! Meestal gaan we inzien dat we de verinnerlijking van minder gewenst gedrag van bijvoorbeeld een ouder los mogen leren laten.
Ben benieuwd of je, nu je je er van bewust bent dat je tante Smeenk imiteerde, gemakkelijker recht op staat. En of de qigong leraar het op zal merken.
En, die boterpot: doe mij ook zo eentje! Ik ga er naar op zoek. Hij zal niet zo mooi zijn als die van tante Smeenk, maar zo doeltreffend.
Warm, fijn verhaal om mijn zondag mee te beginnen, dank je.
Ik weet niet hoe groot het effect van dat achterover staan is geweest of nog is. Ik denk eigenlijk niet zo groot. Maar ja, je weet nooit hoe je gedrag tot stand komt. Je internaliseert zoveel in de loop van je leven.
Het voelde zo ongeveer levensbedreigend aan, toen je voorzichtig in een andere houding geduwd werd. Zo heftig kan dat dus zijn.
Nou ja, ik heb misschien wat overdreven, maar die paar centimeter naar voren voelden inderdaad heel groot.
Wat een verrassend verhaal Riekje en wat typisch dat ik dit lees, nu ik een boek van Anjet Daantje aan het lezen ben waarin de hoofdpersoon na de dood van haar zusje de rol van dat zusje gaat spelen en haar daardoor zo verinnerlijkt dat ze haar naar eigen zeggen nooit meer hoeft te missen.
Niet dat dat nou precies hetzelfde verhaal is als dat van jou maar het heeft wel raakvlakken.
Stof om over na te denken…
Interessant, wat je vertelt over het boek van Anjet Daantje.
Het heeft inderdaad raakvlakken met mijn verhaal, maar de hoofdpersoon in het boek doet het heel bewust, terwijl ik me nergens van bewust was. Ik geloof dat vrijwel iedereen onbewust van alles internaliseert van personen in de buitenwereld.
Ontroerend, Riekje, en fijn om op de zondagochtend te lezen. En ook fijn om te zien dat je helemaal geen familie hoeft te zijn om als tante gevoeld te worden. Het gaat om mensen, en hoe die liefdevol naar elkaar kunnen zijn.
Ja, die tante was echt belangrijk voor me. Ik voelde me altijd welkom bij haar.
Wat een mooie jeugdherinnering Riekje. Dank je wel. Ik heb je lang niet gezien of gesproken, maar met jouw verhaal ben je opeens weer heel dichtbij.
Warme groet,
Anneke
Dankjewel voor je reactie!
Dankjewel voor het delen Riekje.
Het heeft me goed gedaan hetvte lezen.
En die mededeling doet mij dan weer goed… Dankjewel.
Lieve Riekje: even een andere kant van de familie: nicht Jeichien. Ik reageer hier alleen op je opmerking: mijn moeder was vaak haastig en druk doende: dan zag ik mijn tante Annie inderdaad druk doende in de prachtige meubelmaker, die ze hadden in Sneek.
Zij de vader van jou, broer van mijn moeder, waren de getuigen op mijn bruiloft. Ik ben ze daar altijd dankbaar voor gebleven. Veel liefs van mij ik geniet van je blogs
Oh, dat wist ik niet, dat mijn ouders getuige waren op jouw huwelijk. Wat leuk.
Als kind heb ik die mooie meubelzaak vaak gehaat: er ging zoveel tijd en aandacht naartoe! Gelukkig gingen mijn ouders wel iedere zondag steevast met ons op pad.
Dan was er even geen winkel. Heerlijk.
Fijn voor je dat er weer gelegenheid is voor TaiChi.
Mooi wat je lijf na al die jaren nog vertelt over het dierbare contact met je blijmoedige tante.
Doet er volgens mij niet toe of het wel of niet klopt.
Ik kan soms ineens voelen ‘zo stond ons moeder precies hetzelfde’.
Brengt hartverwarmende verwondering.
Liefs van Jozien
Ja leuk is dat, als je iemand binnen jezelf ontdekt. Volgens mij loop ik net zo als mijn vader; met mijn handen in elkaar gestrengeld op mijn rug. En ja, misschien kun je beter met je handen naast je lijf lopen, maar daar denk ik helemaal niet over na. Mijn vader loopt op deze manier gezellig met mij mee.
Mooier illustratie dan de foto van het boeket vergeet-mij-nietjes bij je blog kan ik me niet voorstellen. Dat je die “tante” internaliseerde ging zelfs nog verder dan “vergeet mij niet”. Bij mij ging het niet zo ver als bij jou, maar de herinnering bleef wel heel sterk bij me als het ware nagalmen:
Bij mijn ouders kwam iedere zondag een echtpaar dat geen kinderen kon krijgen: voor ons werden zij “oom en tante”. Zij had lang haar en gebruikte bloemetjesparfum. Ik heb sinds ik het ouderlijk huis verliet, nog steeds lang haar en mijn vaste parfum is “L’air du temps”: een bloemenparfum van Nina Ricci. Het echtpaar maakte me zeer gelukkig vanaf het moment dat zij ‘s zondagmorgens na de kerk vrolijk binnenstapten; zij vervingen dan mijn ouders min of meer, en ze pasten door de week ook vaak bij ons op als mijn ouders ‘s avonds bezoeken aflegden: oom en tante ‘s avonds in bibliotheekboeken lezend (tv hadden mijn ouders toen nog niet). En ik las dan mijn 6-7(!) bibliotheekboeken na mijn huiswerk, en zo was het heerlijk stil in huis zodra mijn zus en tweelingbroers naar bed waren. De vreugde van het lezen heb ik van hen geleerd.
Ja mooi he, dat boeket vergeet-mij-nietjes met dat kinderhandje. Vond ik ook.
Wat een mooi beeld schets je; oom en tante en jij lezend in en weldadige rust en stilte. Wat toch een geluk dat er van die aardige mensen zijn die kinderen blij kunnen maken, met alleen al hun aanwezigheid.
Wel eens opgemerkt dat niemand voortdurend rechtstaat? Zelfs houdingdocenten niet, of balletdansers
Nee, natuurlijk staat niet iedereen keurig rechtop. Iedereen beweegt aan een stuk door. Maar de grap van ‘Qigong-ers’ is dat zij (menen te) weten hoe je moet staan om de meridianen zo open mogelijk te houden voor het doorstromen van qi. Het is ook niet de bedoeling om de hele dag zo te staan, maar alleen tijdens de oefening.
Ben meteen gaan staan en tante Smeenk houding aan gaan houden.
Voelt goed, beter dan mijn kromme voorover staan.
Ben te slap om te veranderen maar een mooie gewaarwording dat zoiets “kleins” zo veel kan betekenen.
Dank met een vette knipoog Riekje.
Dank voor je reactie en een even vette knipoog terug!
Wat een práchtige boterpot.
Zoiets houdt ook altijd de herinnering aan dierbaren levend.