Oh, wat waren ze mooi, die laatste zomerdagen vorige week. Wat heb ik genoten van die lange warme dagen.
En vooral: wat was het fantastisch, die invasie van vlinders in de tuin. Bij tientallen zaten ze op mijn vlinderstruikje. Elk op een eigen bloempluim. Het viel me op dat ze bijna nooit met zijn tweeën op één pluim zaten en er zaten ook nooit witte vlindertjes in die struik. Die waren er wel, maar ze vlogen meestal naar de rozen, de dahlia’s of de verbena. De vlinderstruik leek voorbestemd te zijn voor de dagpauwogen en een enkele atalanta. Of hadden deze grotere vlinders de struik in beslag genomen en durfden de kleinere witjes er niet meer te landen? Geen idee.
Wat een onverwachte weelde, nadat er de afgelopen jaren bijna geen vlinders waren.
Het duurde ongeveer een week, die vlinderinvasie. Iedere dag zo rond een uur of vier, als de vlinderstruik in de volle zon stond, kwamen ze met zijn allen aanfladderen, streken neer op de bloempluimen waar ze zich tegoed deden aan de honing, vlogen vrij snel weer omhoog, zwenkten rond en rond, landden op weer een andere pluim, vlogen weer op en ga zo maar door. Door dit sierlijke rondzweven en het fel oplichten van de ogen op de vleugels, ontstond een bijna sprookjesachtige sfeer in ons kleine tuintje. We zaten middag na middag ademloos naar al die vlinders te kijken. Totdat het donker werd en ze weer verdwenen. Waar naartoe?
Een enkele keer vlogen er een paar het halletje in. Ze fladderden dan radeloos tegen de ramen aan, waar ze wel licht, maar geen uitgang vonden. Wij grepen dan ogenblikkelijk het visnetje waarmee we bladeren uit de vijver vissen en werkten de vlinders daarmee naar buiten. Toen er een paar in mijn kamer vlogen, kon ik ze vangen in mijn handen. Wat bijzonder, die breekbare vleugels te voelen in mijn handpalmen en de vlinder te zien opvliegen wanneer ik mijn handen opende.
De vlinder op de foto hieronder ging op mijn balkonnetje zitten en liet zich daar heel geduldig fotograferen.
Maar niet alleen de vlinders waren mooi. Ik vond alles mooi. Ook de bottels die ik uit de rozenstruik knipte.
Ik snoei de struik altijd na de bloei, omdat ik hoop op nog een derde bloei. Misschien wat veel gevraagd van de struik, die deze maand al een hele gulle tweede bloei had, maar toch, je weet maar nooit. De zomer strekt zich de laatste jaren vaak uit tot ver in de herfst.
En ik genoot ook weer van de uitgebloeide bloemen die ik wegknipte uit die fantastische geel bloeiende plant, waarvan ik de naam steeds weer vergeet.
Dat doe ik ieder jaar, dat wegknippen, want dan maakt de plant lager op de stengel of op zijstengels nieuwe bloemen. Die zijn weliswaar kleiner, maar toch ook mooi geel. Op die manier bloeien de planten soms wel door tot eind september. Ze fleuren de dan al versomberende herfsttuin vaak helemaal op.
Het is altijd weer best wel een flink werkje, dat wegknippen, want de plant bloeit heel uitbundig. Er is altijd heel wat om af te plukken. En dat niet éen keer, maar veel vaker, want de verschillende bloemen zijn natuurlijk niet allemaal tegelijk uitgebloeid. Na iedere knipbeurt ligt mijn tafel dan vol afgeknipte stengels.
Die stengels gooi ik tegenwoordig gewoon in de ‘groenbak’ zodat ze uiteindelijk terecht komen op een composthoop, maar toen ik dit voor de eerste keer deed, in Gameren, vond ik ze zo mooi, dat ik ze allemaal keurig naast elkaar rangschikte en er foto’s van maakte. Net in die periode exposeerde een kunstenaar van wie ik de naam ook kwijt ben, met schilderijen waarin hij allerlei bloemen, planten, bladeren en dergelijke op precies dezelfde manier naast elkaar had neergelegd.
Ach ja, alles is mooi, als je je eenmaal hebt opengesteld voor het zien van de schoonheid van kleur, vorm, ritme.
Zo concludeerde ik dat de afgeplukte uitgebloeide afrikaantjes en dahlia’s die ik even achteloos op de tuintafel had gelegd omdat het teveel werd om vast te houden, bij elkaar een prachtig stil-leventje vormden.
Slaap je niet of ben je een schone slaapster tussen de vlinders?
Ik sliep als een roos toen jij deze blog binnenkreeg, want hij wordt verstuurd met een systeem dat in de nacht doorgaat. Dat brengt me wel op een wedervraag: Slaap jij wel? Ik zie dat je al reageerde om kwart over vier.
Goede morgen,
Wat een heerlijk bericht!
Zoveel vlinders, haast een wonder!
Dank je fijne bloemdagen!
Helga
Ja, het voelde ook even als een wonder.
Je bericht maakt me even wakker! Ik voelde me wat somber, een zware deken. En de lichtheid van de vlinders en de bloemen , de schoonheid van het vergaan. Het vraagt mee voelen en kijken en ruiken en proeven. De zintuigen de kost blijven geven. Dank je wel, liefs Marian
Het doet me goed te horen dat mijn blog je goed deed en wakker schudde. Een soort zonnestraal door jouw donkere wolkenlucht!
Bij ons is het ook dagelijks vlinder feest en ben zo blij er zoveel te zien na de schaarste van de laatste jaren!
Wij hadden ook heel grote grasgroene gestreepte rupsen in de venkel en kijk uit naar de vlinder, maar dan pas volgend jaar.
Mooie zondag met nu ook weer een paar zonnige dagen in het verschiet! Groetjes
Ja, wij hoorden ook van mensen ons heen dat mensen zich erover verbaasden en verheugden dat er zoveel vlinders waren.
Beeld-schoon!
Ja ongelooflijk he, die vlinders!
Wat prachtig de foto’s, en zoals je de vlindervluchten beschrijft…
Van de Schoonheid en de Troost
Ah ja, schoonheid troost. Dat is zeker zo.