Troost in tijden van corona

Als ik met de auto de dijk opdraai springt het landschap open: de breed stromende Waal reikt als een eindeloos slingerend lint tot aan de verre horizon met daarboven de immense blauwe hemel, die zich uitstrekt tot in het oneindige en bezaaid is met de prachtigste wolken in ontelbaar vele vormen en kleuren. Er opent zoveel ruimte en zoveel licht, dat ik me erdoor overweldigd voel. Als ik dan ook nog pianomuziek hoor op de radio, is het helemaal raak: ik voel tranen opkomen. Ik stroom over van ontroering. Wat is dit allemaal mooi! Het is bijna niet te bevatten. En dan flitst het opeens door me heen: “Dit voelt zó troostend.”

Troost in tijden van corona. Die heb ik wel nodig, omdat ik me in deze tijden langzaam maar zeker toch wat benard ga voelen. Omdat ik overal van iedereen afstand moet houden en niet meer de ‘gewone’ dingen op de ‘gewone’ manier kan doen en ondernemen. Omdat ik niet meer onbekommerd kan omgaan met de kinderen en de kleinkinderen.
Maar het gaat niet alleen over mezelf. Ik voel me bevoorrecht in die zin dat Jan en ik samen in een gerieflijk huis wonen, dat we heel gemakkelijk even naar de Waal kunnen lopen en ons geen financiële zorgen maken. Wij hebben niets te klagen. Nee, ik voel mee met al die mensen die meer of minder ernstig ziek zijn en die zich, ook soms na maanden nog niet helemaal genezen voelen. Ik voel ook mee met al die mensen die van hun broodwinning worden beroofd door ontslagen en faillisementen. Om maar niet te spreken over de totale teloorgang van de culturele sector. En dan alle mensen die minder goede relaties hebben en met elkaar zitten opgescheept in vaak te kleine huizen. Kinderen die het huis uitvluchten vanwege ruzies en onhoudbare spanningen. Er is heel veel gaande en er is heel veel pijn, verdriet en wanhoop.

Ben ik te somber, ben ik iemand die ellende opzoekt? Maak ik de dingen groter en somberder dan ze zijn? Nee, dat geloof ik niet. Er is gewoon veel pijn momenteel. Overal. Dat voel ik en dat bedrukt me. Natuurlijk, er moet veel veranderen in onze manier van leven en hopelijk gebeurt dat ook, al was het alleen maar om ecologische redenen. Dan is die pandemie toch nog ergens goed voor geweest. En ja, natuurlijk komen er ooit weer betere tijden. Alles gaat voorbij. Maar dat is allemaal later en dat neemt niet weg dat op dít moment het leven voor veel mensen behoorlijk pijnlijk is. En waar pijn is, is volgens mij troost nodig. Geen ‘haleluja-verhalen’ over noodzakelijke veranderingen en een mooie toekomst. Gewoon medeleven; begrip voor de pijn, de frustratie en de angst die er is. 

Ik schreef ooit in mijn boek Troost dat troosten er in de grond van de zaak op neerkomt dat je de pijn en het verdriet van mensen (en van jezelf!) aanhoort en omarmt, in plaats van dat je het probeert te verklaren, of op te lossen. Niet voor niets is in het Christendom Maria zo’n belangrijke figuur en speelt in het Boeddhisme Avalokiteshvara zo’n grote rol. Zij geven geen lessen, verklaringen en ook geen oplossingen. Zij zijn vrouwen (!) bij wie je je leed kunt klagen en aan wie je je problemen kunt toevertrouwen. En dat werkt troostend. Ik zal nooit vergeten dat ik ooit in Antwerpen een lezing hield over rouwverwerking en dat ik daar de verschillende soorten’ troosters’ besprak, waaronder de wat ik ‘goddelijke troosters’ noem, zoals Maria. In de pauze kwam er een wat oudere man naar me toe, die me toevertrouwde: ”Wat ben ik blij dat ge ons lief vrouwken Maria hebt genoemd.” Uit de manier waarop hij het zei begreep ik dat ze veel voor hem betekende en dat hij werkelijk troost vond bij haar. Dat kun je naïef noemen, die gesprekjes met Maria, maar ze werken volgens mij wel. 

Ik zie pijn als een verstrakking, een spanning. In mijn boek De reis van het gewaarzijn noem ik het: de kramp rondom het hart. Het hart krimpt als er pijn is, wordt kleiner, benauwder. Die kramp verdwijnt alleen maar door hem bewust te voelen. Bijvoorbeeld door uit te spreken waar je bang voor bent, waar je je zorgen over maakt of verdriet over hebt. Dat kun je doen tegen een liefdevolle luisteraar, bijvoorbeeld je partner, een vriend of vriendin, je vader of moeder, maar ook tegen een goddelijke trooster, zoals Maria. Het gaat er namelijk niet om wat de ander tegen je zegt. Van Maria weet je bij voorbaat al dat zij niets zal zeggen. Het gaat er alleen maar om dat je pijn er mag zijn, dat hij uitgesproken mag worden en dat het verdriet dat dan ontstaat, er ook mag zijn. En uitgehuild mag worden. Want daardoor verdwijnt de pijn. Verdriet is stromende pijn. Zodra het verdriet is uitgehuild, is de verkramping weg, ontstaat er rust en is het hart weer voelbaar. Dat hart is ruim en liefdevol. En in het hart ontstaat hoop: wie weet, komt het nog goed, of geduld: we moeten het er maar even mee doen, of aanvaarding: het is zoals het is. 
Getroost worden komt in wezen neer op loslaten en verbinden. De kramp van pijn loslaten door die te laten stromen als verdriet zodat je je hart weer voelt, en je verbinden met degene die je aanhoort.

Maar wat gebeurde er nu met mij toen ik langs de Waal reed? Ik ging gewoon ergens naartoe. Ik zag de rivier en de lucht, ik hoorde muziek en ik vond dat allemaal prachtig. Ik was helemaal niet bezig met pijn, noch van mezelf, noch van een ander, laat staan met troost. Ik wist niet eens dat ik troost nodig had. Toch flitsten die woorden door me heen. Hoe zit dat? 

Ik noem dit: van binnenuit getroost worden. Want dat kan ook. Je kunt van buitenaf getroost worden door je pijn te delen zoals ik hierboven beschreef, maar je kunt ook getroost worden doordat je hart regelrecht geraakt wordt. Op mijn ritje langs de Waal werd mijn hart heel direct aangesproken door het landschap en de muziek. Het was zo’n grote ervaring dat deze als het ware van binnenuit tegen de kramp rondom mijn hart aanduwde. Ik was kennelijk somberder en benarder dan ik me bewust was. Mijn hart moest ruimer gemaakt worden, omdat de ervaring er anders niet in paste. Zo voelde het ook: het was bijna niet te bevatten. 
Dus kwamen er tranen. Gelukkig maar, want die waren nodig om de kramp los te laten. Dit waren echter geen tranen van pijn, maar van ontroering. Ik noem dat vaak ‘gelukkige tranen’.

Veel mensen kennen deze tranen, maar begrijpen ze niet. Hoe kan het dat je moet huilen als je naar een baby kijkt, naar een pasgeboren veulentje, of naar een prachtige zonsondergang? Tranen worden geassocieerd met verdriet en mensen ervaren op zo’n moment helemaal geen verdriet. Klopt, ze ervaren liefde, vertedering, schoonheid. Met behulp van ‘gelukkige tranen’ openen ze hun hart (weer) voor iets wat lief, mooi, groot of eeuwig is, zodat ze zich (weer) verbonden voelen met een werkelijkheid die groter is dan hun eigen kleine besognes. Er is méér dan je zorgen, je angsten, je gepieker. Er is ook altijd nog liefde, schoonheid en eeuwigheid. 

Troost van binnenuit is in principe altijd bereikbaar. Zo bekeken is er ook in deze tijden van corona veel troost binnen handbereik.
Liefde staat natuurlijk op nummer één. Jezelf geliefd te voelen en van je naasten te houden geeft het hart ruimte en kracht. 
Contact met schoonheid is vooral te vinden in de natuur. Je hoeft in deze tijd maar naar buiten te gaan en de prachtige herfstkleuren te zien, of je verbindt je met pure schoonheid. Schoonheid is ook aanwezig in kunst. Voor mij is muziek heel belangrijk in dit opzicht. Ik ken heel veel muziek die mijn hart regelrecht aanspreekt en die mij werkelijk kan troosten op moeilijke momenten. Maar niet alleen muziek, ook beeldende kunst, proza, poëzie en dans verruimen op die manier. 
En dan is er nog de dimensie die die het dagelijks leven overstijgt: ik noemde die hierboven ‘de eeuwigheid’. Natuurlijk zijn er de religieuze en spirituele teksten die verruimend werken, maar voor mij werkt ook hier de natuur het beste. Zij geeft ook troost door haar ‘eeuwigheidswaarde’. Ik bedoel daarmee dat je in de natuur zo goed kunt zien en ervaren dat alles dóorgaat; dat geboren worden, groeien, bloeien en sterven deel uitmaken van één groot, eeuwig doorgaand proces; dat alles met alles is verbonden; dat niets verloren gaat. En dat jezelf deel uitmaakt van dit hele grote geheel.

Als je je tenminste wilt laten raken. Want daar gaat het natuurlijk wel om. Je moet het wel binnen laten komen. Je moet je wel openen voor de woorden, de klanken, de beelden, het landschap. Je hoeft daar trouwens niet veel voor te doen. Je hoeft het alleen maar te willen. En los te laten. En misschien even te huilen.

25 reacties op “Troost in tijden van corona”

  1. Lieve Riekje,

    Wat een troostrijke blog en zo mooi verwoord! Ik pinkte een traantje weg….
    Ik heb hem ook doorgestuurd naar een paar mensen die het kunnen gebruiken.
    Loes

  2. Dat treft me, dat je een traantje wegpinkte zoals je schreef. Het doet het me zo goed dat ik iets teweeg kan brengen door mijn ervaring te delen. Fijn, dat je mijn blog doorstuurde.

  3. Dankjewel Riekje voor het delen van jouw ervaring.
    zo mooi, groots ….en herkenbaar.
    ik geloof, dat wij in die Troost met elkaar verbonden zijn, als mensheid. En dat onze openheid daarvoor onze redding is.
    Was het niet Julian of Norwich, een middeleeuwse engelse mystica, die in een visioen zag dat “all shall be wel and all shall be well and all manner of things shall be well”…niet te begrijpen voor ons verstand. Maar soms intuitief, voel ik er ondanks alles iets van.
    Dank je “well”….

    1. Wat mooi, dat citaat van Julian of Norwich. Mij gaan dergelijke uitspraken ook boven mijn pet, maar soms kan ik toch even het gevoel hebben dat ‘het goed’ is, wat dat ook betekent. Een soort diepe vrede die dan even voelbaar is.

  4. Wauw, dank je wel Riekje!
    Het geeft me woorden aan een bekend gevoel, ik voelde ontroering toen ik het las en nu in een fijne stilte/ruimte

  5. Dank je wel Riekje voor deze blog. Het voelt als een zachte zalf op een wonde. Een zwachtel die bescherming biedt. Raken en geraakt worden, zo mooi verwoord.

  6. Dankjewel Riekje voor je troostrijke, hartverruimende woorden; ze kwamen zondag precies op tijd: ik stroom…En wat een prachtig toepasselijk beeld van Jan erbij.

    1. Wat bijzonder dat mijn blog op een juist tijdstip kwam voor jou. En dat je erdoor bent gaan stromen. Ja, de Waal moest er natuurlijk wel bij afgebeeld worden en Jan maakt mooie foto’s.

  7. Marijke Bijleveld

    Lieve Riekje,net je blog gelezen en ik ben er blij mee , ik herken er veel in :dat de natuur zo helend kan zijn en dat je ontdekken kan dat je hart ruimte en troost nodig heeft en dat je zo geraakt kan worden door muziek (zelf ben ik in mijn leven net begonnen met het meer ruimte/toelaten/toestaan om er mee te zijn,luister nu vanaf de klassieke top 400 meer naar de radio 4).Ik leerde vroeger van jou dat de natuurlijke energie van een hart wil delen, wil uitstromen naar….Ook vaak wordt ons hart beklemd ,we houden ons hart vast … kinderen,kleinkinderen,coronagevolgen,vluchtelingen die weer worden teruggestuurd de zee op….even een paar zuchten de ruimte geven…En ook hiernaast is er de jonge oehoe in mijn appelboom ! Dank voor je prachtige beschrijvingen ! Marijke

    1. Dank voor je reactie met al je herkenning. Tja, we moeten ervoor zorgen dat we er niet in stikken. Dus zuchten en ademen! En heel erg genieten van een jonge oehoe in de boom. Wat leuk! Daar kan ik nou jaloers op worden!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.