En toen (2010) stond de tuin opeens vol met papavers. Wat zeg ik? Er was een explosie van papavers. Er bloeide een niet te geloven hoeveelheid van de meest prachtige papavers in mijn tuin. Variërend van donker naar licht paars en in verschillende tinten rood. De meeste met enkele, maar sommige met dubbele bloemkelken, soms met uitbundig gekrulde bloembladen.
En dat, terwijl mijn tuin een paar maanden geleden nog het meest had geleken op een maanlandschap. Ik had alles wat er in stond uit moeten spitten en inkuilen, omdat de border met een flinke laag nieuwe aarde werd opgehoogd. Natuurlijk zette ik zo snel mogelijk een groot deel van de ingekuilde planten weer terug in de border, maar dat maakte niet dat hij ook maar in de verste verte leek op de border die hij daarvoor was. “Oké, dan maar een jaartje wachten. Het zal wel even duren voordat het er weer een beetje leuk uitziet,” zei ik tegen mezelf.
Maar toen dus, kwamen al die papavers op tussen mijn pas geplante planten en ontstond die enorme weelde aan kleuren en vormen. Niks geen kale vlakte, geen armetierig plantje hier, plantje daar. Nee, een tuin boordevol met de meest mooie bloemen. Ik wist niet wat me overkwam.
Ik noemde het mijn ‘door God gegeven tuin’, wat natuurlijk onzin is, want als je al in termen van God en ‘gegeven’ wilt denken en praten, dan is natuurlijk álles door God gegeven, ook de planten die jijzelf zet en zaait. Ook al doe je dat met nog zoveel ijver en toewijding, jijzelf bent niet degene die de planten doet groeien.
Hoe dan ook, ik was enorm verrast en heel erg blij met deze explosieve invasie. Ik had nog nooit zulke mooie borders gehad. En later trouwens ook nooit meer, al heb ik nog heel vaak heel veel papavers gezaaid.
Bij nader inzien was het allemaal natuurlijk helemaal niet zo bijzonder. Er verschijnen meestal papavers wanneer de grond danig is omgewoeld. We hadden dat ook eens gezien in Noord Frankrijk, waar op de heuvels bij Wissant eens een wandelpad werd verlegd. In de omgewoelde grond naast het nieuwe pad was het rood van de papavers. Van die mooie, kleine, helderrode papavertjes, met tere blaadjes als van vloeipapier.
En ja, als ik aan die vrolijke papavertjes op de heuvels in Frankrijk denk, denk ik ook altijd aan die andere papavervelden: de in de Grote Oorlog door bommen en granaten omgeploegde heuvels in België, die ook overspoeld werden door papavers. En dan zie ik ook onvermijdelijk weer die beelden voor me uit die Noorse documentaire, waarin een vrouw, die in die Eerste Wereldoorlog als verpleegster was meegetrokken met het front, haar verhaal doet. Ze had talloos veel soldaten zien sterven en ze zegt daarover: “In alle ogen zag ik dezelfde glinstering of ze nu moslim, joods of Noors waren. Ze zien iets prachtigs wanneer ze sterven.”
Helemaal aan het slot van deze documentaire verschijnt een heel kort fragment van een originele oorlogsfilm, dat een onbeschrijflijke indruk op me maakte toen ik het voor de eerste keer zag. Ik heb indertijd een deel van deze documentaire opgenomen en op een schijfje gezet. Omdat het al heel lang geleden is dat ik het voor het laatst zag, besluit ik om het weer eens te bekijken. En weer is het een overdonderende ervaring, die ik bijna niet kan verdragen. Wat heb ik hier toch mee? Wat zíe ik eigenlijk?
Ik zie een fragment in zwart-wit, zonder geluid. De beelden zijn traag, maar niet in slow motion. Er lopen soldaten kris kras door een groot graanveld. Ze kijken vermoeid en ernstig. Ze plukken bloemen tussen het hoge koren. Klaprozen. Ze maken er bosjes van, die ze in een cirkel rondom een paal in de grond duwen. Ze doen dat met aandacht en zorg. Ze drukken de grond stevig aan, zodat de bosjes mooi rechtop komen te staan. En dan gaat de camera omhoog en zie je dat er bovenop de paal een helm hangt: dit is een geïmproviseerd graf.
Wat zie ik? Ik zie soldaten hun gesneuvelde kameraad begraven met alle zorg en aandacht die ze kunnen opbrengen, terwijl ze leven in de grootst mogelijke ellende en misschien zelf de volgende dag zullen omkomen.
Maar wat zíe ik? Ik zie aandacht, ik zie liefde. In een hel. Hartverscheurend, bijna niet te verdragen. Maar ook zo hoopvol: zelfs hier is liefde aanwezig. Het is niet uit te bannen.
En dan verschijnt er in de stilte muziek die heel langzaamaan luider wordt, en klinken de ontroerende en troostende laatste regels van ‘Dido’s lament’ uit de opera Dido and Aeneas van Purcell. ” ….. Remember me, remember me, but ah forget my fate, remember me, but ah forget my fate.”
https://www.youtube.com/watch?v=uGQq3HcOB0Y
Wat maakt nu dat ik dit allemaal opschrijf en het zelfs publiceer? Ik weet het wel en niet tegelijk.
Wel: vlak nadat ik deze muziek op youtube had opgezocht en beluisterd en het nog in mijn hoofd door zong, zette ik de radio aan en tot mijn grote verbazing klonk toen dit ‘Dido’s lament’. Dat is opmerkelijk, want je hoort het vrijwel nooit op de radio. Wat je noemt een coïncidentie. “De muziek die binnenin me is, klinkt nu ook buiten me. Zo binnen, zo buiten. Laat ik dan de tekst die nu in mijn hoofd zit, maar naar buiten brengen,” besloot ik op dat moment.
Niet: Ik heb geen idee wat de betekenis is van coïncidenties en welke waarde je er aan moet toekennen en ik ga daar helemaal niet over nadenken. Voor mij mag het een mysterie blijven.
Dank, still van…
Lieve Riekje, zie niet dat ik ergens rechtstreeks op je blog kan reageren, dan maar via deze omweg.
Ongelofelijk zoals je mij altijd weer stil kan krijgen.
Dit dus, dank, Tom
Antwoord voor Tom: Je kunt een reactie plaatsen in het vak helemaal onderaan de pagina: laat een reactie achter.
Ik ga er maar vanuit dat dat stil krijgen van jou als waardering is bedoeld. Dank!
Antwoord voor Angelina: Stilte is de beste plaats om te zijn……
Lieve Riekje,
Wat een rijk blog met zoveel lagen om op door te mijmeren.
Over coïncidentie gesproken. Ik luister voor het eerst van mijn leven een podcast en die gaat over……de opera Dido en Aeneas en De noodlottigheid van het bestaan. Met prachtig commentaar van Dirk de Wachter. Echt een aanrader, te vinden o.a. bij radio4.
Liefs!
Nou dat is toch wel weer te gek; die coïncidentie met die podcast. Ik ben een groot fan van Dirk de Wachter. Hij heeft vast heel veel zinnigs te vertellen over de noodlottigheid van het bestaan. Ik ga luisteren!
Lieve Riekje
Het ontroert me, voel geluk en verdriet tegelijkertijd. Zo binnen, zo buiten….
Fijne dag!
Ja, bijzonder is dat: geluk en verdriet tegelijk voelen.
Wat een column weer, Riekje! Vind ik mezelf op zondagochtend nog in pyjama opeens huilend bij de mooie gezongen regels Remember me. En die papavers, overal ontstaat nieuw leven, ook in mijn rouw. Dank je wel weer! Jacqueline.
Ps: in mijn laatste column haal ik jou weer aan. Zie rouwenomjegeliefde.wordpress.com
Dankjewel voor je reactie. Wat mooi dat je zomaar je tranen los kon laten bij ‘remember me.’ Ik moet nu denken aan de zin van Thich Nhat Hanh: “De tranen van gisteren zijn regen geworden”. Met jouw tranen begiet je de nieuwe bloemen in je leven.
Ik ga je site opzoeken en je column lezen!
Het stukje over WO I ontroert mij. Steeds als het daar over gaat wordt ik overvallen door een diep gevoel van wanhoop. Zoveel miljoenen (bijna 10) jonge mannen gesneuveld in een volstrekt zinloze loopgravenoorlog. Erbarmelijke omstandigheden. En waarom? Het valt voor mij niet te begrijpen. Generaals met woeste blikken in hun ogen, die hun hand niet omdraaiden voor 10.000 gesneuvelden op één dag. Europa staat nog vol met standbeelden van deze psychisch gestoorden.
Een schril contrast met vandaag, waar we alleen in Nederland al €100 miljard en een flink deel van onze vrijheid opofferen om vooral hoogbejaarde zieken nog een jaartje extra te gunnen. Zou het de goede kant opgaan met de wereld?
Ik heb indertijd een heleboel documentairen en films gezien over WO1. Het is inderdaad totaal onbegrijpelijk wat er toen is gebeurd. Een volstrekt absurde en zinloze oorlog.
Ik heb, met jou, hoop dat het de goede kan uitgaat met de wereld. Maar dan moet ik niet denken aan landen als Syrië en degelijke. Oorlog is de wereld nog niet uit…..
Lieve Riekje, dank je wel. Door jouw verhaal moest ik denken aan Etty Hillesum. Zij schreef:
“Dit verdriet moet je in jezelf alle ruimte en onderdak verschaffen, die het toekomt en op die manier zal het verdriet in de wereld misschien verminderen, als iedereen draagt, eerlijk en loyaal en volwassen draagt wat hem wordt opgelegd, Maar als je het verdriet niet het eerlijke onderdak verleent, maar de meeste ruimte openstelt voor haat en wraakgedachten, waaruit weer nieuw verdriet voor anderen geboren zal worden, ja dan neemt het verdriet nooit een einde in deze wereld en zal zich steeds vermeerderen.”
Ik wens je een mooie dag en een prachtige bloeiende tuin dit voorjaar en zomer.
Oh, wat een prachtig citaat! Wat was zij toch een prachtig mens, die Etty Hillesum. Dankjewel.
En wat mijn tuin betreft: daarin staan nu allemaal kleine hyacint-achtige bloemetjes (ik weet niet hoe ze heten), die zichzelf hebben uitgezaaid. Niks aan gedaan en een prachtig gezicht!
Pingback: Ng een keer papavers – Riekje Boswijk
Pingback: Coïncidenties – Riekje Boswijk