Meteen nadat de kinderen het huis uit waren besloot ik dat ik mijn rol als ‘voedster en verzorgster’ wilde gaan afbouwen. Mijn leven had lang genoeg in het teken gestaan van verzorgen en voeden vond ik.
Heel concreet betekende dit, dat ik al onze huisdieren successievelijk het huis uit werkte. Eerst de schapen, hoewel die eigenlijk helemaal niet zoveel aandacht vroegen. Zeker in de zomer niet. Maar toch, er moest wel altijd water staan en in de winter voerde ik ze dagelijks bij met hooi en brokjes. Gelukkig vonden we een goede plaats voor ze. Daarna gaven we onze kippen weg. Wel lastig om afscheid van ze te nemen, want oh, wat zijn kippen leuke dieren. Ik heb met mateloos veel plezier gekeken naar wat er zich allemaal afspeelde tussen onze kippen, kuikens, hanen en haantjes. Het moeilijkste om afscheid van te nemen waren natuurlijk de poezen. Die deden we dan ook niet weg. We wachtten totdat de laatste was overleden en namen daarna geen nieuwe poes.
Ziezo, dat was dat. Eindelijk vrij. Niemand meer om te voeden of te zorgen, behalve Jan en ikzelf natuurlijk.
En toen verhuisden we ongeveer vijf jaar geleden naar Zaltbommel, naar een huis met aan de voorkant een binnenplaatsje. Een keurig plaatsje met grijze stoeptegels, begrensd door drie vrij hoge muren en aan de straatkant een hek. Geen tuin dus, maar een plaatsje waar ik natuurlijk wel wat planten en bloemen wilde hebben. Dus haalde Jan een paar rijen tegels uit de grond om een border te maken en begon te graven. Eindeloze hoeveelheden zand groef hij op en dat was niet verwonderlijk, want ons huis is ooit een kleuterschooltje geweest. Het binnenplaatsje was het voormalige schoolpleintje en mijn toekomstige border was de voormalige zandbak. Oké, zandbak weg, tuingrond erin plus mijn lievelingslelie, de roze floxen en later de diverse dahlia-knollen die ik allemaal had meegenomen uit de tuin in Gameren. De oleanders, de tibouchina’s en het citroenboompje die ik ook mee had verhuisd, kwamen op het stoepje te staan.
Meteen het eerste jaar al ziet het er aardig uit, maar in het tweede jaar is het al echt een heel mooi tuintje aan het worden, al zeg ik het zelf. Het ziet er prachtig kleurrijk uit en door al mijn potplanten heeft het een een zuidelijke atmosfeer. Ik zit er graag en geniet van de bloemen en planten.
Ook mijn buren vinden mijn tuintje mooi. Ik word alom bewonderd omdat ik in zo korte tijd het kale pleintje heb weten om te toveren in een kleurrijk geheel. Iedereen bewondert mijn Groene Vingers. Een van onze buurvrouwen beweert maar steeds dat er zoveel liefde in mijn tuintje voelbaar is. Ook mensen die door het straatje lopen zie ik vaak door het hek kijken naar alle bloemen. Ik doe de straatnaam Bloemendaal werkelijk eer aan.
Maar dan. In de zomer. Vooral die hele hete zomers van 2019 en 2020. Dan blijkt, dat de hoge muren ervoor zorgen dat mijn betegelde binnenplaatsje overdag lekker warm wordt en ’s avonds ook lekker warm blíjft. De grond in de borders droogt daardoor razend snel op, net als de grond in de potten van de oleanders, dahlia’s, geraniums en alles wat ik nog meer heb aangeschaft (en dat is best veel, want ik laat me heel gemakkelijk verleiden om planten te kopen).
Nou dat weer!
Heb ik alles en iedereen weggewerkt omdat ik niet meer wilde voeden en verzorgen, heb ik een aantal borders die bij het minste geringste zonnige weer uitdrogen en laten mijn potplanten na een half dagje zon hun koppen al demonstratief hangen. “Water, water!” roepen ze dramatisch. En ja hoor, de grond in de potten is kurkdroog. Ik moet het toegeven: ze hebben water nodig. Dus ik aan het gieten. Ja ja, al die leuke, kleurige, vrolijke planten vragen allemaal verzorging en water!
Heb ik dát weer: moet ik om de haverklap water geven aan mijn planten. Sterker: ik heb een reputatie op te houden. Die van de Vrouw met de groene Vingers die met zoveel Liefde haar Prachtige Tuin onderhoudt!
Nou, vergeet het maar. Ik loop lang niet altijd over van liefde voor mijn planten. Want behalve dat ze voortdurend om water vragen, groeien ze ook nog eens als gekken. Blijkt later. De klimrozen, de jasmijn, de kamperfoelie, de klimhortensia; ze groeien maar door. Het houdt niet op. Dus ik moet snoeien, maar dat is nou net wat ik heel moeilijk vind: snoeien. Ik vind het om te beginnen heel erg moeilijk om mooie gezonde takken af te knippen, maar om eerlijk te zijn heb ik er geen benul van wáár ik moet knippen.
En het is echt niet te danken aan mijn Groene Vingers, dat alles zo groeit. Dat doen die planten allemaal zélf. En lang niet altijd tot mijn vreugde! De dahlia’s en de zonnebloemen groeien metershoog. Moet ik allemaal opbinden. De klimroos die ik kocht zou volgens zijn kaartje hooguit vier meter hoog worden. Nou, hij is na zes meter nog steeds niet gestopt en groeit nu door de dakgoot van het buurhuis! Moet ik allemaal snoeien.
Nou dat weer! In plaats van éen, heb ik nu twee tuinen: een horizontale die ik voortdurend moet gieten, én een verticale, die ik voortdurend moet snoeien. De buurvrouw die zoveel liefde in mijn tuin ziet, zou eens moeten horen hoe ik sta te foeteren als ik op de ladder sta te knippen!
En daar komt dan natuurlijk ook nog eens bij, dat er altijd water gegoten moet worden als we weg zijn. Godzijdank zijn er tot nu toe lieve vriendinnen die dit voor mij willen doen. Maar oh, wat vind ik het moeilijk om dat te vragen. Ik voel me zo snel een lastpak.
Jan moet er hartelijk om lachen: “Nu heb je geen dieren meer om te verzorgen, maar planten!” Hij heeft gelijk. Ik haal me ook altijd van alles op mijn hals. Ik heb ook altijd wát!
Maar ook een mooie tuin…….
Dag Riekje, Ik heb je nieuwe blog toch maar gelezen voor ik zo mijn bed in stap ipv morgenochtend. Het binnenplaatsje ziet er inderdaad prachtig uit.
Heerlijk hoe je dit beschrijft. En vooral ook eerlijk. Ik herken me wel in het me makkelijk ‘lastig’ voelen voor de ander als ik om hulp wil vragen. Als ik wat dieper kijk is het vooral bang lastig gevonden te worden. Dus bang voor afwijzing van de buitenwereld.
Gisteren vroeg Vera Helleman in de non-dualistische stream die ik van haar volg: ‘Wat zou er gebeuren als anderen je niet meer aardig vinden? Mooie vraag, voelde ik meteen. En toen ik er even mee ging zitten voelde ik me meer gegrond (in de grond gezet) en ook een gevoel van ‘bevrijding’. Als anderen me toch niet meer aardig vinden hoef ik daar ook niet meer mee bezig te zijn. En kan ik gewoon zijn wie ik ben en mijn gang gaan. Net zoals die prachtige bloemen in jouw tuin.
Lieve groet Edith en nu echt naar bed.
Ja, dat gevoel van lastig zijn ken ik maar al te goed. Heeft vast iets te maken met mijn overbezette moeder. Goed, om daar eens mee te gaan zitten en na te gaan wat dat voor invloed op me heeft en hoe dat mijn gedrag bepaalt.
Lieve Riekje,
Ronduit prachtig! Wat een rijkdom zo’n plaatsje!
Ook ik neem me geregeld voor minder te willen zorgen voor. Na onze hond en poes geen nieuwe meer en het aantal potplanten weer onder de 35 brengen.
En wat is het ook ongezellig zonder dieren om me heen!
Een lastige keuze. Ik kies ervoor me vrij te weten , vooral om geen dieren mee te hoeven nemen als ik naar de kinderen ga.
Wat kan je toch goed schrijven, echt fijn om te lezen.
Warme groet uit een kletsienat Friesland, Marijke
Ja, erg , zonder poezen! Ik mis ze ook heel erg. Maar als ik er dan over nadenk wat het betekent om wel weer een poes te hebben, dan kies ik er toch voor om nog even zonder te blijven. Maar als ik nog wat ouder ben en niet meer zo vaak weg ga, neem ik er vast wel weer een.
Goed streven: Niet meerdan 35 potplanten. Ik heb mezelf ook op een potplanten-dieet gezet en heb er al een flink aantal weggewerkt.
Herkenbaar….nu heb ik alleen nog een balkon maar wat een verzorging vraagt hetmaar de liefde die ik ervoor terug krijg, zoals de volle on onophoudelijk pracht en praal… ach ‘je haalt je in een hand omdraai heel wat op de hals’ zong Herman van Veen ooit.
Prachtig jou binnenplaatsje
Wat een prachtige zin van Herman van Veen! En gelijk heeft hij.
Ach ja, ik vond het leuk om even wat te mopperen en te klagen, maar ik geniet ook heel erg van mijn planten hoor! Ik zou er niet zonder kunnen.
Ha Riekje
Hoe herkenbaar.!! Ik heb nog 4 eenden in de aanbieding, dan zijn ook alle dieren weg of overleden weg. Ook ik loop aan tegen: het zorgen is genoeg geweest!!
En ook ik heb een passie voor tuinieren. Met al het snoeiwerk er bij, verplanten, afknippen, water geven. En weer nieuwe plante kopen, oh,oh. Maar vooral genieten.
Deze tijd van het jaar vind ik heerlijk, langzaam maar zeker laat ik mijn tuin los.
En zeg; tot het voorjaar!! En dan ben ik weer zoooo blij dat ik ze de grond uit kijk.
Soms denk ik wel; hoe lang houd ik dit vol…… Nou, ik denk totdat het niet meer gaat!!
Het dient zich wel aan.
En ondertussen maar genieten
Want wat ziet het er prachtig uit bij je!! een plaatje!
Grote groene tuingroet van Tonny
Ja, we moeten langzaam toegeven aan wat ons lichaam nog wel en niet meer kan. En er valt natuurlijk altijd heel veel te vereenvoudigen in het tuinwerk. Zo heb ik vorig jaar besloten om niet meer te zaaien. Te veel werk, al is het nog zo leuk om een piepklein zaadje te zien uitgroeien tot een soms wel metershoge plant.
Ja, mijn plaatsje is mooi, maar de foto is natuurlijk wel genomen op een hoogtepunt in het jaar.
Riekje, mijn zwager heeft in Zuid-Frankrijk (heet!!) een grote moestuin, die water krijgt, ook als hij er niet is, met een druppelsysteem. Er zijn slangen te koop, die je oneindig kunt verlengen, met kleine gaatjes, die dan de hele dag door druppelen bij die plantjes. Hij koopt dat overigens in Nederland. Als je dat wat lijkt kan ik de naam van de leverancier voor je vragen.
Ja, ik ken die systemen. Heel ingenieus. Ik weet dat Jan en ik er ooit eens naar gekeken hebben en dat we om toen de een of andere reden hebben besloten dat het voor onze tuin niet geschikt zou zijn. Vooral vanwege alle potten denk ik. Maar het is een goed idee om er nog een keer naar kijken.
Dank voor de tip!
Wat een prachtige tuin en een heerlijk herkenbaar verhaal.
Het is belangrijk om bezig te blijven Riekje 🙂 🙂
Dank je wel
Je het gelijk: eenmens moet bezig blijven. En hoe frustrerend het werk soms ook is, het resultaat stemt me altijd weer heel erg tevreden!
Lieve Riekje,
Op de valreep nog even een reactie van mij.
Wát een prachtig plaatsje heb je ervan weten te maken en ik snap hélemaal dat je het zat wordt, dat alsmaar zorgen.
Ik herken mezelf deels in wat je schrijft. Ook ik was blij dat ik niet meer hoefde te zorgen nadat de kinderen én de katten uit huis waren.
Heb nu nog een leuke achtertuin, maar die staat er elk jaar weer anders bij en dat heeft niet alleen te maken met het weer, de seizoenen en de plantenkeuze die ik maak.
Nee, het komt omdat ik zóveel dingen leuk vind, daarom vaak impulsief aan van alles en nóg wat begin, maar vóórdat ik het weet me weer op het volgende “leuks” stort. Ik ben me hiervan nog niet zo lang bewust, maar het maakt wel dat ik tegenwoordig wat langer wacht voordat ik met het volgende project start en ik merk dat ik het dan ook weer snel vergeet. Zo probeer ik meer rust, geduld en aandacht te oefenen en hoop zó o.a. mijn tuintje de zorg en aandacht te geven die het verdient.
Jij hebt in de tussentijd wel héél wat insecten gelukkig gemaakt met zo’n habitat.
Helemaal herkenbaar; dat steeds weer iets leuks vinden! Ik heb dat ook jaren gehad. Dan kocht ik allemaal stekjes en plantjes en die moesten dan ergens in de tuin geplaatst worden waar al helemaal geen plaats meer was.
Ik dwing mezelf de laatste jaren om niet meer zoveel te kopen en ik ga niet meer zaaien, wat wel heel leuk is, maar veel teveel aandacht vraagt.
Maar toch, als ik in de winkel iets leuks tegenkom, gaat het wel altijd kriebelen.
Ik had dit jaar inderdaad behoorlijk wat vlinders en heel veel soorten bijen en hommels in mijn tuin.