We zouden dinsdagavond na het avondeten naar ons huis in Frankrijk rijden. Zeven uur vertrekken; kwart over tien daar aankomen. Heel goed te doen.
Nu is vertrekken voor mij altijd een ‘dingetje’, zelfs als ik naar een bekende plek ga. Ik ‘verkas’ nu eenmaal niet graag. Ik moet me altijd danig voorbereiden op mijn vertrek. Maar het helpt, als ik dat in alle rust kan doen.
Dus ik zet maandagochtend mijn koffer al klaar en leg er alvast wat kleren in die ik mee wil nemen. Ik doe ook alvast mijn pas in mijn tas (je weet maar nooit) en daarna begin ik aan een heel aantal dingen en dingetjes, die ik nog wil doen voor mijn vertrek.
In alle rust.
Maar dan komt Jan opeens op het idee dat we ook maandagavond al zouden kunnen vertrekken. Wat ik daar van denk. Ik vind het wel goed, want ik heb eigenlijk niet veel meer te doen. Prima, om een dag eerder weg te gaan. Alleen moet ik dan wel iemand vragen om de planten in mijn tuin water te geven, want een week zonder water met een voorspelling van veel zon en warmte is te lang. Dus mijn buurman gevraagd, die dat van harte wil doen. Maar dan is er iets mis met de waterslang en moeten we een reserveslang aansluiten, wat nog niet zo gemakkelijk gaat. Toch nog drukte en gedoe, maar het lukt. Ik kook nog wat eten, pak de inhoud van de ijskast over in een koeltas, pak nog wat dingen in voor onderweg en daar gaan we: om zeven uur zitten we in de auto.
We hebben een prettige en rustige rit. Er zijn buien en er is zonneschijn, dus ook een mooie regenboog. Om kwart over tien komen we aan.
Niks aan de hand zou je zeggen.
Maar dan: ik kan met geen mogelijkheid in slaap komen ’s avonds. Het duurt meer dan een uur voordat ik in slaap val en die slaap is heel ondiep en wordt voortdurend onderbroken. Ik noteer twee uur, half vier, half vijf op mijn horloge. Om een uur of zes word ik definitief wakker.
Met de woorden “moile, moile” in mijn hoofd.
Ja natuurlijk: “Moile, moile.” Ik herken de woorden ogenblikkelijk en ik begroet ze graag. Het is een uitdrukking die we ooit, in de jaren tachtig, hebben gehoord in een documentaire over een inheems volk, op een van de eilanden van de Molukken.
We hadden aan die documentaire een (waarschijnlijk veel te romantisch) beeld overgehouden van een volk dat in vrede met elkaar leefde en veel zorg had voor de ziel. De woorden ‘moile, moile’ hadden te maken met die zorg. Ze werden heel vaak, bij alle mogelijke gelegenheden gezegd en konden van alles betekenen: “Goedemiddag, goedenavond, doe rustig aan, neem even de tijd, wees vriendelijk, heb aandacht,” maar ze betekenden vooral: “Zorg goed voor je ziel.” Zorg voor je ziel diende je de hele dag door te hebben.
Wat hebben we dat in die tijd vaak gezegd. Tegen elkaar, maar ook tegen onszelf. En wat klonk dat altijd vriendelijk en zacht zingend: “Moile, moile.”
Een belangrijke gewoonte van dit volk was hun ochtendritueel: elke ochtend kwam iedereen bij elkaar en vertelde wat hij die nacht had gedroomd. Samen met de uitdrukking: “moile, moile, zorg goed voor je ziel” namen we die gewoonte over in onze therapiegroepen. Iedere ochtend begonnen we met het delen van dromen. Dat kon soms best lang duren, maar we namen er de tijd voor: moile, moile.
Wat heb ik altijd genoten van al die soms bizarre verhalen! En wat haalden we er soms veel uit.
Uitgaande van de theorie van Fritz Perls, die beweert dat alles wat je droomt een deel van jezelf is, konden we de dromen soms heel mooi duiden of uitwerken. Dat deden we dan door mensen zich te laten identificeren met onderdelen uit hun droom. Als bijvoorbeeld Piet had gedroomd dat hij werd achtervolgd of bedreigd door iemand, vroegen we hem zich te identificeren met zijn achtervolger of bedreiger. We verlegden op die manier de identificatie vanaf de angst, de bange man die wegrent, naar het deel dat niet werd erkend: de achtervolger of bedreiger. Dus niet meer: “Ik ben bang en ik ren weg”, maar: “Ik ren achter Piet aan. Ik probeer Piet te bereiken.” Vrijwel altijd bleek dan dat de achtervolger Piet iets heel zinnigs wilde vertellen, maar dat hij dat niet kon, omdat Piet keihard wegliep! Of hij bleek een kwaliteit van Piet te vertegenwoordigen die niet werd erkend.
Maar ook, heel simpel, als iemand droomde over een heel groot of juist heel klein huis, kon de identificatie met dat huis vaak ook veel opleveren. Door te zeggen: “Ik ben een heel groot huis” of juist: “Ik ben een klein, benauwd huis” realiseerden deelnemers zich vaak dat ze veel groter en ruimer waren dan ze zichzelf toelieten te voelen, of dat ze zich juist heel benauwd voelden.
Werken met dromen heb ik altijd heel leuk gevonden. Het leverde vrijwel altijd de meest onverwachte inzichten op.
En nu komt na jaren, totaal onverwacht, dit ‘moile, moile’ weer langs!
Nadat ik me een dag lang waarschijnlijk toch te druk had gemaakt, waardoor ik niet goed had kunnen slapen.
Hoe bestaat het: we hebben dit al jarenlang niet meer gezegd. Het is alsof de woorden door zoele, zomerse winden, vanaf het verre eiland, over de oceaan naar mij toe zijn gewaaid om mijn hoofd met lome rust te vullen. Wat ben ik blij met deze vriendelijke, zo bekende woorden. Ik zal ze de komende tijd nog vaak tegen mezelf zeggen.
Het is per slot van rekening zomer.
En vakantie.
Er is geen haast geboden.
En ja natuurlijk, ik zeg dit ook graag tegen iedereen die dit leest:
“Moile, moile, zorg goed voor je ziel!”
Moile, moile…
Dank je, Riekje, voor het delen over deze woorden. Ze wekken een herinnering op aan een weekend met Jan in Hurwenen, lang geleden. Tijdens een sessie brak ik , in onbedaarlijk huilen. Een hand van Jan op mijn schouder: ‘Moile, moile’. Ik was de woorden helemaal vergeten, maar als ik ze nu hardop uitspreek voel ik hun zachtheid als een liefdevolle aanraking. Wat mooi
Wat mooi dat deze herinnering nu zo duidelijk in je opkomt. En wat mooi dat je de vriendelijke aanraking weer kunt voelen.
Moile, moile….als een mantra..
Moge moile mij vandaag vergezellen, dankjewel voor deze boodschap van verre stranden!
Ja, ik gun je van harte dat je je omhuld voelt door deze vriendelijkheid. Trouwens niet alleen vandaag, maar veel langer!
Mooi Riekje, dankjewel. Dit ga ik onthouden.
Ik vraag me af hoe je het uitspreekt?
Ik wens je nog een een fijne, rustige vakantie.:)
Gewoon, zoals je het schrijft. Met de oi-klank als in het woord ‘boy’.
Het valt mij op dat slapeloosheid vruchtbaar kan zijn en wat taal vermag! Waar ik vanochtend nog geen woord voor had spreek ik mijzelf nu toe alsof het nooit anders geweest is: moile moile….Mooi, dank!
Ja, taal en woorden zijn prachtig! Niet voor niets dat mijn atelier in Zaltbommel ‘Atelier Mooie Woorden’ heet.
Ok dank je:)
he Riekje wat ontzettend mooi, wij kunnen wel wat van die woorden gebruiken. Geniet avan je vakantie!
Het ‘moile moile’ heeft hier de hele week in mijn hoofd geklonken. Ik had een heerlijke ontspannen week!
Dank je weer voor je mooie, inspirerende sharing op deze zondagochtend. Dat vertrek op vakantie een ‘dingetje’ is, dat is heel herkenbaar. Voor mij is dat het (tijdelijk) achterlaten van mijn vertrouwde omgeving, afscheid nemen van mijn lieve poes en mijn planten, loslaten en overgeven. En dat vraagt praktische maar ook mentale voorbereiding. Hoewel weg gaan ook iets oplevert, blijf ik deze zomervakantie thuis en geniet ik van wat is en wat spontaan komt. Om dat te kunnen ervaren is leegte en ruimte nodig en dat voelt ook een beetje eng.
Mijn moeder vertelde me eens, dat mijn oma altijd moest huilen voor ze op vakantie ging. Dat vond ik destijds heel raar, waarom huilen als je iets leuks ging doen? Maar nu begrijp ik dat wel. Fijne vakantie, Riekje!
Ja hoor, dat huilen begrijp ik ook heel goed. Alles waar je van houdt en waar je voor zorgt (dieren, planten, maar ook spullen) moet je los laten. Ik blijf dat moeilijk vinden.
Ik heb dat vroeger ook altijd al gehad, al stond ik het mezelf niet toe dit goed te voelen. Alleen toen we in een camper gingen trekken was dat gevoel weg, omdat die camper dan mijn ‘thuis’ was. Ik wilde wel als een zigeuner leven toen: overal naartoe en altijd thuis!
Lieve Riekje ,
Nou dat is toch ook stug, net afgelopen vrijdag aan iemand hier uitgelegd dat jullie opleiding een mengeling was van gestalttherapie , bioenergetica en psychosynthese.
En verteld hoe jullie ( Jan en jij) me geleerd hebben hoe je naar je dromen kunt kijken!
En heel vaak herinner ik me dat jullie dan een volk noemde waar dit ‘ochtendritueel’
heel belangrijk was . Temeer omdat de creaties die gedroomd werden , ook echt gemaakt diende te worden !
Ik riep hier luid een paar keer ja ! bij het lezen van deze blog . Dankjewel, grote glimlach,
Marijke
En wat waren die groepen fijn hè? Hoewel er de meest pijnlijke en moeilijke zaken aan de orde kwamen natuurlijk, was de sfeer toch altijd heel positief en vrolijk! We waren echte families! Ik heb indertijd werkelijk genoten van het werken in die groepen.
Vriendin Juul kwam terug uit Afrika en na haar verhaal met tekst en uitleg heb ik jarenlang Polle Polle in grote woorden als screensaver en ‘terugschakelaar’ op mijn pc gehad.
En als we over en weer klaagden over ‘druk, druk, druk, … dan kwam geheid de term Polle Polle. Daar denk ik aan nu ik jouw worden Moile Moile lees.
Ik wens je een heerlijke zomertijd met af en toe een ding of dingetje en veel Polle’s en Moile’s.
Oh, wat leuk, in Afrika spreken ze zichzelf kennelijk ook kalmerend toe! En wat grappig dat Polle Polle ongeveer net zo klinkt as Moile Moile; zo rustgevend!
Overigens; net terug van een heerlijke rustige week in Frankrijk, moet ik mezelf hier in Zaltbommel wel voortdurend toespreken: er is zoveel te doen in de tuin en het huis….! Misschien helpt het als ik zowel Moile als Polle tegen mezelf ga zeggen!