Jong of oud?

Volgende week word ik 75 jaar. Dat is een hele leeftijd vind ik. Maar wat zegt leeftijd eigenlijk? Voel ik me oud? Of nog jong? 

Mijn eerste herinnering aan leeftijd. 
Ik ben ongeveer negen jaar en ik kom thuis van school. In het kleine halletje voor de keuken, de huiskamer en de trap doe ik mijn jas uit. Ik hang hem op het kapstokje met de drie meisjes. Ik stel me altijd voor dat ik daar zelf sta afgebeeld met en mijn twee oudere zusjes. Terwijl ik me omdraai om de kamerdeur te openen schiet er opeens, volslagen uit het niets, een klaar-heldere gedachte door mijn hoofd: “Oh, natúurlijk! Ik kan de dingen nog niet zo goed als mijn zusjes, omdat ik nog niet zoveel jaren heb geleefd als zij! Zij zijn óuder dan ik.” 
Kennelijk heb ik mezelf tot die tijd altijd vergeleken met mijn zusjes, keer op keer geconstateerd dat zij alles beter konden dan ik, en daaruit geconcludeerd dat er iets aan mij niet deugde. En nu ontdek ik dat ik minder jaren heb geleefd dan zij en dus ook minder lang heb kunnen oefenen op alle kunsten en vaardigheden waarover zij beschikken. Ik ontdek wat leef-tijd is. Een hele ontdekking!

Na mijn 50e voelde ik me een hele poos oud. Dat kwam, omdat ik toen merkte dat ik veel minder energie had dan eerder. Eerder was: vóor de overgang. Mijn vriendinnen lieten me desgevraagd weten dat zij dat ook zo ervoeren. Ook zij constateerden dat je na de overgang niet meer over die vrijwel onuitputtelijke hoeveelheid energie beschikt, die je tot die tijd altijd had. Dat voelde oud, hoewel mijn lichaam verder nauwelijks vormen van slijtage vertoonde. Gelukkig maar, want mijn leven was in die periode behoorlijk druk. Trouwens, na een paar jaar was ik gewend aan dit nieuwe energie-peil en voelde het als gewoon. Mijn gevoel van ‘oud’ zijn verdween daarmee ook.

Op mijn zestigste voelde ik me weer oud, maar op een heel andere manier. Om te beginnen vond ik het nogal schokkend om over te stappen van het vijftigtal naar het zestigtal, want dat ging richting de AOW (toen nog 65 jaar), maar dat was het niet alleen. Ik voelde me in die tijd ook oud, doordat ik vond dat ik in mijn leven al heel wat had meegemaakt en gezien. Ik had bijvoorbeeld mijn kinderen (en allerlei vriendjes en vriendinnetjes om hen heen) zien opgroeien, was mijn moeder verloren, had veel meegemaakt in de relatie met Jan, maar ik had toen ook meer dan twintig jaar als therapeute gewerkt en heel veel meegemaakt met mijn cliënten. Ik had wat je noemt levenservaring opgedaan. Dat voelde ‘oud’.
Ik keek in die tijd dan ook altijd met heel vreemde ogen naar leeftijdgenoten die beweerden dat ze zich nog zo jong voelden. “Hoe kan dat nou? Hoe kun je jezelf nog jong voelen? Heb je dan niks meegemaakt?” was mijn gedachte.
Dit gevoel van ‘oud’ zijn is nooit meer weggegaan. Logisch; levenservaring verdwijnt niet.

Maar kijk nu wat er gebeurde toen ik las dat ik in het vaccinatie-programma van de regering ben ingedeeld in de groep ‘thuiswonende ouderen’. Ik keek Jan verwonderd aan. Thuiswonende ouderen? Zijn wij dat? Welnee! We voelen ons helemaal geen ‘ouderen’. Logisch; we zijn beide fysiek behoorlijk fit zijn en ons verstand functioneert nog prima. We hebben dan wel behoorlijk wat levensjaren achter de rug, maar verder is er niets aan de hand. Niks ‘oud’.
Hoe zit het nu? Ben ik nu oud of jong? 

Natuurlijk, ik hoef maar naar de rimpels in mijn gezicht te kijken om te constateren dat mijn lichaam oud is. Ik ben al jaren grijs, ik ben aan staar geopereerd, ik heb aanzienlijk minder energie dan vroeger en doe ’s middags altijd even een hazenslaapje. En moet je mijn handen zien: mijn vingers zijn door het werken in de tuin helemaal kromgegroeid. 
En dan mijn levenservaring. Maakt die dat ik me oud voel? Regelmatig wel. Als ik bijvoorbeeld weer eens iets zie gebeuren waarvan ik de afloop al kan voorspellen, omdat ik zoiets al zo vaak heb zien gebeuren. Ook ervaar ik mijn leeftijd als ik naar de kleinkinderen kijk. Al mijn levenservaring kijkt dan als het ware mee en daardoor zie veel meer en heel anders dan toen ik indertijd naar onze beide dochters keek.

Goed, ik ben dus oud. Als ik in de Grote van Dale kijk betekent het woord oud ook: 1 geruime tijd of lang geleefd hebbend of: 2 reeds lang bestaand met daardoor verkregen ervarenheid. In mijn etymologisch woordenboek lees ik dat het woord ald of old een deelwoord is bij het germaanse werkwoord alan, dat voeden of opgroeien betekent. Iemand die oud is, heeft de tijd gehad om op te groeien en zich te voeden. De betekenis ’oud’ lijkt hier eerder een positieve, dan een negatieve benaming. In vroegere culturen werden oudere mensen vaak ook als ‘wijs’ gezien en met eerbied bejegend. 

Wat maakt nu, dat ik mezelf geen thuiswonende ‘oudere’ voel, terwijl ik ruiterlijk toegeef dat mijn lichaam niet meer jong is en ik door de jaren heen de nodige levenservaring heb opgedaan? Dat is om te beginnen natuurlijk omdat ik me fysiek nog gezond voel. Maar het is vooral omdat het woord ‘oud’ in onze samenleving, en kennelijk ook door mijzelf, meestal heel negatief geïnterpreteerd wordt. Het wordt geassocieerd met begrippen als vermoeid, saai, bekrompen, angstig, vastgeroest, enzovoort. Dat heeft niet zozeer te maken met het lichaam of de hersens, maar met wat ik voor het gemak hier maar even de ‘spirit’ noem; de levendigheid. Iemand die oud is leeft misschien nog wel, maar is niet levendig meer, is de gedachte. Zijn ‘spirit’ is uitgeblust.
Maar die levendigheid is bij mij nog steeds volledig intact. Ik voel me betrokken bij allerlei mensen, ik maak me druk, maak me zorgen, erger me, voel mededogen, heb verdriet, voel me blij, ontroerd, enthousiast, nieuwsgierig: de hele regenboog aan emoties trekt door me heen en daar geef ik al dan niet uiting aan. Ik blijf geïnteresseerd in van alles en nog wat en ik heb steeds weer nieuwe ideeën, die ik probeer vorm te geven. Natuurlijk wordt die vormgeving mede bepaald door mijn fysieke capaciteit en mijn levenservaring, maar de levendigheid op-zich is niet veranderd in de jaren. Die is nog net zo springlevend als twintig, veertig of zestig jaar geleden.
Ik denk dat mensen deze levendigheid bedoelen wanneer ze zeggen dat ze zich ‘jong’ voelen. Voor zover ik bij mezelf kan nagaan, heeft mijn levendigheid echter niets te maken met oud of jong of leeftijd, maar met mijn openheid naar enerzijds de wereld en de mensen om me heen en naar anderzijds mijn diepste innerlijk; de bron van waaruit ik word gevoed. Zolang ik me niet afsluit voor die bron en de uiting van de levendigheid niet in de weg sta, zal ik me niet zozeer jong, als wel ‘levend’ blijven voelen. Leeftijdloos, hoe oud ik ook word.

foto’s: Jan Boswijk

20 reacties op “Jong of oud?”

  1. Beste Riekje, dank je wel voor je blog over oud en jong. Een voor mij zeer welkome blog. Met mijn 65 jaar, een zoon van 23 jaar en mijn pensioen in zicht in september houden deze thema’s me volop bezig. De tijd dat ik het leven van mijn zoon meemaak en hij dat van ons wordt steeds korter. Pijnlijk vind ik dat. Ik wordt echter wel minstens 90 jaar dus we hebben samen nog wel even. Hoezo stoppen met werken? Ik vind mijn werk nog zo ontzettend leuk ? Doorgaan als freelancer is dan ook mijn plan. Ik ben nog enthousiast en levendig, sta volop in het keven, wil nog volop leren. Afgelopen oktober weer een opleiding afgerond en niet mijn laatste. Tegelijkertijd heb ik ook meer behoefte aan tijd buiten werk om dat te doen waar ik nu niet aan toe kom. Ben ik aardig moe na een dag coachen, nu voornamelijk via ms teams. Zeker ik ben ouder, ik ben wijzer en ik ben begrenst in mijn energie en ruimte. Wennen/confronterend en nog volop genieten. Nogmaals dank je wel, lieve groet,

    1. Nou, dat klinkt nog volop in leven! Je moet zeker niet ophouden met werken als je het nog leuk vindt. Ik las net nog een interview met Neelie Smit Kroes. Die werkt nog op haar 78e! Ikzelf ben op een gegeven moment gaan minderen, zodat de balans werk en vrije tijd steeds veranderde.

  2. Lieve Riekje,
    Van harte gefeliciteerd “ jonkie “ met je 75e verjaardag. Je slaat de spijker op z’ n kop. Wanneer de wezenlijke energie ( dus de energie die jij gekregen hebt ) handen en voeten krijgt en beleefd wordt , voel je je jong.
    Lekker doorgaan en vertrouwen hebben in wat er nog allemaal komen gaat!!
    Warme groet

    1. Grappig, mijn schoonmoeder, toen waarschijnlijk al in de tachtig, noemde mij ook eens een ‘jonkie’ toen ik 60 was. Ik voelde me toen al behoorlijk oud, dus ik was behoorlijk beledigd! Maar nu begrijp ik het helemaal. En ik vind het prima om een ‘jonkie’ te zijn.

  3. Henny Meijerink

    Lieve Riekje,
    Ja dat klopt wel met hoe ik het oud zijn ervaar.Ik kwam laatst tot het besef dat er niets veranderd is innerlijk als het denken stopt en het hoofd leeg is.Dan voel ik alle leeftijden en is het kleine meisje,zoal ik toen voelde nog steeds aanwezig. Dit ervaren wordt wel bemoeilijkt door de pijnen die ik dagelijks ervaar, die ook maken dat ik me oud voel. Hoewel ik me er heel erg van bewust ben dat dit alleen maar kan ervaren worden door de interpretatie die ik aan het lopen met een stok bv geef.

    1. Ik kan me voorstellen dat lopen met een stok en iedere dag pijn hebben, maakt dat je je oud voelt. En dat je daardoor niet meer kunt ervaren dat je je ook leeftijdloos voelt, vind ik heel logisch. Pijn is zo overheersend. Akelig voor je, die dagelijkse pijnen!

  4. Dank je wel, Riekje!
    Ik herken me in je schrijfsel.
    En gelukkig totaal niet uitgeblust! Nog volop in beweging, figuurlijk dan vooral! En genietend van de rust ook.
    Dus gewoon op naar de volgende jaren!
    Ik wens je daarbij gezondheid en benieuwdheid!
    Met Liefs,
    Tine

    1. Mijn moeder zei vroeger altijd als ik weer eens ergens over zat te klagen: “Kind, als je maar gezond bent.” Ik vond dat toen een dooddoener, maar nu zie ik dat ze helemaal gelijk had. Wat ben ik blij dat mijn gezondheid tot nu toe behoorlijk goed is.

  5. De term langer-levend is een stuk neutraler. En zeker zo juist. En hoe langer ik leef, hoe raadselachtiger
    Het begrip “tijd” voor me wordt. Heerlijk om tijdens wandelingen wat over te mijmeren.

    1. Ja, ik ben ook tot de conclusie komen dat de termen oud en jong behoorlijk verwarrend zijn. Mij schoot gisterochtend tijdens het wandelen de uitdrukking ‘uit de tijd gaan’ te binnen. Mooie uitdrukking voor sterven. Ik ga daar nog iets over schrijven t.z.t.

  6. Gusta Sieverink-Boland

    Lieve Riekje,

    Wat een prachtige mijmering over oud/jong….. Dank je wel!
    Zelf word ik binnenkort, net als jij, 75 jaar. Gelukkig ben ik gezond, vitaal en werkt mijn
    geheugen nog prima. Ik denk dat oud/jong heel erg cultuur bepaald zijn. In onze samenleving is het welhaast een “must” om jong en snel te zijn om vooral mee te doen met alles wat gaande is. En is 50+ al wenkbrauwenfronsend. Oud is uit, jong is in. Eerlijk gezegd voel ik totaal geen behoefte om mee te doen in die “ratrace” en geniet ik van de rust en het tragere tempo van mijzelf. Ik hoef ook helemaal niet te bewijzen dat ik nog “mee kan doen”. Ik geniet van het vele muziek maken, lezen en wandelen, hetzij alleen, hetzij met anderen. Steeds meer realiseer ik mij dat ik hopelijk nog 10 à 15 jaar te leven heb. Dat is een zeer beperkte tijd en maakt dat ik nu doe wat ik nog graag wil doen. Ik leef steeds meer in het nu en voel me erg bevoorrecht en dankbaar. Er is een rimpelige glimlach om mijn mond als één van mijn kleinzonen zegt: “Oma, je moet gestreken worden”. Prachtig toch?!
    Lieve groet, Gusta

    1. Ja, het woord ‘oud’ is in onze samenleving volstrekt negatief beladen. Zonde, want ik ervaar exact dezelfde voordelen van ‘oud’ zijn die je beschrijft. Niet meer opgejaagd door de ‘rat-race’ en heerlijke rust. Ook ik ervaar dat de tijd die me nog rest beperkt is, en dat maakt dat ik veel meer in het ‘nu’ leef, wat alleen maar voordelen oplevert.
      Wat schattig, die kleinzoon van je!

  7. Mooi Riekje heel herkenbaar! Zo voel ik het vaak ook: leef het leven, terwijl het lichaam verandert, en de Bron, die we zijn en waar we uitdrukking aan geven, Dezelfde blijft…De Twentse term voor overlijden, waar je over schrijft, is zelfs : uit de tijd KOMEN. Willem Wilmink schreef er een mooi gedichtje over.
    Dankjewel!

    1. Ik heb Herman Finkers die uitdrukking ooit horen gebruiken; inderdaad een Twentenaar. Een prachtige uitdrukking. Daarom heb ik hem onthouden, alleen niet helemaal correct, blijkt nu. Het gedichtje van Willem Wilmink, net als Herman Finkers een favoriet van mij, ken ik niet. Maar het is vast mooi.

  8. Zo mooi en herkenbaar verwoord en wat een prachtige -doorleefde- handen heb je Riekje. Ze doen me denken aan de handen van mijn moeder. In handen ontvouwt zich een levensweg, ook in de mijne die gaandeweg op die van mijn moeder gaan lijken-:)
    En onlangs zeiden mijn kleindochters: wij hebben blonde haren, van jou zijn ze bruin met wel heeeel veel zilver. Zo lief!

    1. Mijn kinderen zeiden al een flink aantal jaren geleden dat ze vonden dat mijn handen sprekend leken op die van hun oma, mijn moeder.
      Grappig, hoe kinderen kijken en observeren en hun conclusies trekken. Inderdaad heel lief.

  9. Lieve Riekje ,
    Hier het Gedicht van Willem Wilmink:

    In het Nederlands is iemand doodgegaan ,
    over zijn reis wordt nooit meer iets vernomen
    In het Twents is iemand uit de tijd gekomen ,
    dus weet je zeker hij kwam veilig aan

    Een heel fijne verjaardag gewenst volgende week ! Lieve groet Liefka

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.