Om de een of andere reden ben ik de laatste dagen triestig, somber. Niet, dat er dingen zijn die me verdrietig maken, of waar ik me zorgen over maak. Het is meer een algemeen gevoel van treurigheid, onbehagen. Hoe kom ik daar aan? Is het de algemene sfeer van wantrouwen en vijandigheid in de samenleving, die werkelijk overal de kop op steekt? Zijn het de krantenberichten waarin iedere dag weer alle mogelijke ellendige en onrechtvaardige situaties worden beschreven? Is het de oorlog in Oekraïne die in de loop van de maanden is verbleekt tot een soort vage, treurige achtergrond-stemming? Of komt het gewoon door het zo tegenvallende voorjaar; de treurig makende oneindige opeenvolging van regenachtige dagen? Het zo langzamerhand onhoudbare verlangen naar wat meer licht en zon? Ik weet het niet. Het is er gewoon.
In deze stemming kijk ik naar een uitzending van Kruispunt over Oekraïense vrouwen die met hun kinderen zijn gevlucht en zijn opgenomen in het voormalige sanatorium van Huize de Berg, het klooster in Heerlen van De Kleine Zusters van de Heilige Joseph.
Ik zie hoe deze vrouwen met hun in Oekraïne achtergebleven mannen bellen en met hen praten over wat er daar gebeurt. Natuurlijk vallen de woorden ‘fascisten’ en ‘beesten’ als de daden van de Russen worden besproken. Ik zie hoe ze hun kinderen (die zich erover verbazen dat er hier geen bommen uit vliegtuigen vallen) knuffelen, hoe ze met hen spelen en hen soms terechtwijzen: “Niet vechten kinderen, sla elkaar niet. Doe maar handjeklap”. Ik zie hoe de kinderen met fietsjes en stepjes door de kloostergangen racen, en met veel plezier en opwinding bellen blazen en met ballonnen spelen. Een jongetje en een meisje van ongeveer vijf en zes jaar zijn onafscheidelijk. “Ze zijn op elkaar gevallen” zeggen de beide moeders. En: “Het heeft zo moeten zijn.” Proberen ze op die manier hun tragische lot een positieve draai te geven?
Natuurlijk is er de vraag naar God. “We hebben gebeden en gebeden,” zeggen de vrouwen. “Waarom doet God niets?” Er komt geen antwoord, ook niet van de zusters in het klooster.
Er is van alles te zien over het reilen en zeilen met zoveel mensen in het klooster, maar wat werkelijk indruk op me maakt, en daarom schrijf ik er over, zijn twee vrouwen en wat ze zeggen. De ene vrouw is midden dertig, schat ik. Ze zegt: “Ondanks alles denk ik dat ik optimistisch ben ingesteld. Het klinkt misschien raar maar ik heb nooit de hoop opgegeven. En ik denk, dat als je alle hoop verliest, dat je je dan overgeeft aan duisternis, het kwaad of oorlog. Je geeft het kwaad of de oorlog een kans om te winnen. En dat mag niet. En daarom denk ik dat we de hoop niet mogen verliezen. Je moet door blijven gaan. En elke dag als je wakker wordt moet je aan goede dingen denken om jezelf te overwinnen.”
Ik ben ervan onder de indruk. Vooral ook, omdat ik zie dat de vrouw ‘het kwaad’ niet ontkent, maar zich blijft focussen op het goede.
En er is Tatiano, een vrouw van, ik schat midden vijftig. Gevlucht uit Sjeveradonetsk. Ze heeft kort geknipt, rossig haar en een vriendelijk gezicht. Ze zit bij een raam in de kerk, kijkt lang naar buiten en zegt: “In mijn ziel…” Dan draait ze zich om en gaat verder. Ze praat rustig, kiest bijna aarzelend haar woorden, die prachtig zangerig klinken. Ook de zinsmelodie is mooi, heel melodieus. Is het Oekraïens of Russisch? Ik heb geen idee. Beide talen worden in Oekraïne gesproken volgens info-ukraine-be. Ik hoor alleen dat het prachtig klinkt. Het zingt bijna.
“In mijn ziel …. In mijn ziel ….. ben ik misschien boos, omdat ik machteloos ben …… Misschien is er wel woede in mijn ziel. Je wilt het uitschreeuwen …. Je wilt iets doen …. Want je weet niet wat je te wachten staat. Hoe het verder gaat.
In je ziel … voel je … belediging, leegte, haat. …….. Maar dit alles verdwijnt naar de achtergrond …. Omdat je voelt dat je een mens bent …. Een mens moet uitstralen dat hij of zij het beste voorheeft met anderen. ….. Je kunt niet leven met haat. Deze haat maakt ons vanbinnen kapot. ….. Je wilt geen haat in je ziel dragen. …. Je vecht ertegen. …. Je wilt niet boos en haatdragend zijn. ….. Blijkbaar overwint het goede in ons.”
Als ik naar haar kijk, naar de trekken in haar gezicht en haar vriendelijke ogen, die oplichten wanneer ze iemand groet die langsloopt, geloof ik dat het goede in haar inderdaad overwint. En dat is nogal wat, in haar situatie. Ze heeft heel wat meegemaakt. Ze weet wat ze voelt. En toch, ze kan ondanks alles het goede in zichzelf nog steeds voelen. Het goede overwint bij haar.
Er overvallen me allerlei gevoelens terwijl ik naar haar luister; mededogen, bewondering, maar vooral ontroering; de vrouw spreekt me regelrecht aan in mijn hart. Én een dankbare vreugde: wat is het mooi, dat er mensen zoals zij bestaan.
Hieronder een link naar de uitzending van Kruispunt. (De vrouw op deze foto is niet de vrouw uit de documentaire, maar ze heeft wel dezelfde blik.)
Dank voor deze blog en de link. Het geeft support ook voor mij, om de hoop te voeden.
Fijn te horen dat de blog en het filmpje je support gaven. Voor mij was het ook heel hoopvol om deze vrouwen te horen en te zien.
Lieve Riekje ,
Ja wat een lief gezicht en ware woorden .Je beschrijft het zo liefdevol en helder.
En ja als we ons niet met het goede blijven verbinden kunnen we wel als dwazen hier rond blijven dwalen. Het is telkens weer naar ‘het nu’ terugkeren en ons zo goed en zo kwaad als het gaat verhouden met wat er in en om ons heen gebeurt .
Mijn reaktie was een diepe zucht en een hmmm ! Dankje ,Marijke
Oh wat mooi; een diepe zucht en hmmm.
En inderdaad, als wel ons niet een beetje bewust richten, lopen we hier als dwazen rond. Het voelt fijn om elkaar te voeden in deze intentie.
21 mei
Ik herken het gevoel dat je beschrijft. Echt geen positieve berichten? Denk dat het echt de toestand in de wereld is. Puur akelig. Elke dag en hele dag. Gelukkig kan ik mij er los van maken. Ben blij met mijn eigen denken en beleven. Als je er in blijft hangen ligt de depressie op de loer, niet doen dus. herken ook beide vrouwen. het ga je goed Riekje
Dank voor je reactie. Je hebt gelijk; het is zaak ok niet in de ellende te blijven hangen en het eigen denken en beleven te bewaren. Juist daarom zijn die twee vrouwen een voorbeeld voor me: ondanks alles wat ze meemaken verliezen ze hun eigen innerlijke goedheid niet.