Gutmensch

Kijk! Gutmensch zet zich met een edelmoedige glimlach aan haar bureau. “Vandaag ga ik mijn jaarlijkse donaties overmaken aan de goede doelen die ik al sinds jaren steun,” zegt zij welgemoed. “Het is vandaag Goede Doelen-dag.” Klopt, Goede Doelen-dag heeft ze een aantal jaren geleden ingesteld, toen ze besloot niet meer op elke bedelbrief te reageren die ze toegestuurd krijgt. In plaats daarvan doet ze nu alle donaties voor het hele jaar ergens in december op één dag; Goede Doelen-dag. Sindsdien mikt zij alle toegezonden bedelbrieven, compleet met ballpoints en wenskaarten, in een hangmapje en dat schudt ze nu leeg op haar bureau.

Dat levert een behoorlijke berg op. Gutmensch voelt zich er een beetje door overstelpt. Eerst maar eens sorteren om wat orde te scheppen. Ze maakt ongeveer tien stapeltjes; eentje voor elke organisatie die zij jaarlijks steunt en nog een paar nieuwe fondsen die haar wel aanspreken. De verschillende brieven bevatten informatie over allerlei acties voor bomen, waterputten, dieren, landbouwgif, rechtszaken, vluchtelingen, immigranten, chocolade-slaven, vliegende artsen, overstromingen, staar-operaties, weeshuizen, muskietennetten, enz. enz., die door het jaar heen zijn gehouden en die nu waarschijnlijk allang zijn afgesloten, maar dat is geen punt. “Ik doneer jaarlijkse één bedrag. Ze moeten zelf maar bedenken aan welke specifieke acties ze die willen besteden,” zegt Gutmensch. Voldaan kijkt ze naar de diverse stapeltjes. Nu kan het Grote Geven beginnen.

Maar dan duiken er opeens een paar lastige vragen op waardoor het Geven behoorlijk stagneert. Om te beginnen natuurlijk de vraag hoeveel er in totaal gedoneerd gaat worden. Bestaat daar een objectieve norm voor? Geen idee. Gutmensch wrijft bedachtzaam over haar kin. Ze zoekt in haar administratie hoeveel ze vorige jaren heeft gegeven en stelt op die manier een totaal-bedrag vast. 
Maar dan? Hoe moet dit bedrag verdeeld worden onder de diverse fondsen? Ook weer zowat. Gutmensch heeft alweer geen idee. Trouwens, wil zij zich wel houden aan de fondsen die ze vorige jaren ook steunde of is de wereld intussen zodanig veranderd, dat ze een aantal fondsen iets meer zou willen geven? De vluchtelingenproblematiek is zoveel groter dan vorige jaren en het klimaatprobleem is inmiddels zo urgent, dat het misschien zinnig is om daar wat meer geld naartoe te sluizen. “Maar als ik binnen het daarnet vastgestelde bedrag wil blijven, betekent dat, dat een aantal andere fondsen niet evenveel meer kunnen krijgen als vorig jaar,” bedenkt Gutmensch. “Welke fondsen moeten dat dan zijn? Of moet ik er zelfs een aantal laten schieten? Het weeshuis in Cambodja misschien of de staar-operaties in Vietnam?” piekert ze. “Maar ja, dat is toch sneu voor al die kinderen en die slecht ziende mensen. Die kan ik toch niet zomaar in de steek laten?” Gutmensch krijgt het er een beetje benauwd van.

Maar dan beseft ze dat ze knopen moet doorhakken en beslissingen moet nemen. Welk fonds krijgt meer dan vorig jaar en welke krijgt minder, of zelfs helemaal niets meer? Er moet nauwkeurig nagegaan worden hoe groot de geldstromen dit jaar zullen zijn en hoe ze zullen lopen. Moeilijke beslissingen die een behoorlijke portie vastberadenheid vereisen. Al beslissend en regelend voelt Gutmensch zich veranderen van een gulle gever in een strenge bankier.
En dat wordt alleen nog maar erger wanneer ze haar besluiten uitvoert: ze scheurt alle enveloppen en girostroken van de al verlopen acties, plus die van de fondsen die dit jaar afvallen, in tweeën en gooit ze op op de vloer. “Deze niet, die ook niet, deze niet en die ook niet!” Bij iedere envelop of girostrook die ze doorscheurt voelt het alsof ze een mens, een kind, een dier, boom, struik, plant, insect of landschap in de steek laat. Het is alsof ze met het papier ook haar hart verscheurt.

Uiteindelijk blijven er een paar fondsen over: de uitverkorenen, die na eindeloos heen en weer schuiven met bedragen ieder een donatie krijgen toegewezen. 
En zo is Gutmensch veranderd van een liefdevolle gulle gever in een strenge bankier, die uiteindelijk ontaardt in een soort van god, die heerst over het al dan niet bestaan van de fondsen in haar bestand. “Jij wel, jij niet! Jij krijgt minder, jij krijgt meer. Niets in te brengen. Ík ben het die oordeelt.” Dit voelt niet meer als geven; dit voelt als berekenen, beknibbelen, bezuinigen, vernietigen.

En dan tikt ze de namen, rekeningnummers en betalingskenmerken van de diverse fondsen in en maakt ze met één klik op de balk ‘bevestigen’ een hele verzendlijst vol met namen en getallen over. Maar in plaats van zich tevreden te voelen over alle beslissingen die ze heeft genomen en de bedragen die ze heeft overgemaakt, wordt ze overweldigd door een groot gevoel van wanhoop en onmacht. Want hoeveel heeft ze nu eigenlijk overgemaakt en hoeveel geld is er wel niet nodig? Er is zoveel leed in de wereld dat haar gift er in feite niets toe zal doen. Ook niet trouwens, als hij heel veel groter zou zijn. Ze zou haar hele bezit weg kunnen geven en dan nog zou dat zelfs geen fractie van al het leed oplossen. Haar gift lijkt al vervlogen te zijn als de bekende druppel op de gloeiende plaat, nog voordat hij was overgemaakt.

Maar dan verschijnt er binnen een paar minuten een mail met een “Hartelijk bedankt voor uw bijdrage” van een van de fondsen. Gelukkig,  de donatie doet er toch toe. Gutmensch begint zich weer een beetje beter te voelen. Een aantal dagen later ontvangt ze per post nog een paar bedankjes, plús weer een aantal aankondigingen van nieuwe acties die weer geld nodig hebben. Het houdt niet op. Het is nooit genoeg. Ze legt de brieven op haar bureau en overweegt of ze toch nog iets zal overmaken. Het zijn zulke sympathieke acties …..    

foto: riekje boswijk

20 reacties op “Gutmensch”

  1. Ik ben ermee gestopt. Jarenlang was ik betrokken bij een groot fonds dat forse bedragen doneerde aan buitenlandse projecten. Na enkele jaren werd ik daar voorzitter van. We besloten toen dat ik nu eens enkele van die projecten moest gaan bezoeken. Ter plaatse gaan kijken wat er met dit geld gebeurd was. En eerlijk gezegd kreeg ik daar bij alle projecten die ik bezocht het gevoel dat ik in bodemloze putten terecht kwam en dat onze donaties dat mee in stand hielden. Ze waren inmiddels allemaal afhankelijk geworden van giften en verwaarloos- den hun eigen mogelijkheden om via opleiding en inzet aan het roer van hun eigen leven te komen. Degene die het geld regelde in het eerste project bijvoorbeeld woonde inmiddels in het veruit grootste huis in zijn dorp en werd als een vorst behandeld. Nog lang na mijn “ rondje” ( Kenia, Tanzania en Kameroen) bleef ik persoonlijke bedelbrieven van hen ontvangen waarin hele forse likken stroop werden uitgedeeld naast verzoeken om extra geld. Het klonk allemaal prachtig ( “ik wil medicijnen gaan studeren”, bijvoorbeeld door een man zonder vooropleiding ). Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik, hoe hard het ook mag lijken, geen donaties meer wil doen aan dit soort “zielige” mensen om zo mee te werken aan het nemen van initiatieven door hen zelf. Ik heb het voorzitterschap van het fonds ook neergelegd. Zo moet het niet. En hoe wel weet ik ook niet. Gedurende meer dan dertig jaar maakte ik jaarlijks bijvoorbeeld een bedrag over aan het Leprafonds. Ze adverteerden met de slogan ”nog even en lepra is de wereld uit”. Niet dus. Zielige foto’s genoeg.

    1. Dank voor je reactie.
      Eerder heb ik ook fondsen uit mijn bestand geschrapt omdat ik hoorde dat de hulpverleners ter plaatse zich gedroegen als nieuwe kolonialen, compleet met grote huizen en ruim personeel.
      En ja, je houdt mensen afhankelijk, dat zeggen sommigen zelf ook.
      Ik heb ook overgemaakt naar het Lepra-fonds vanwege die zielige foto’s. Ik herinner me vagelijk dat we die vroeger ook al kregen en dat ik die als kind angstaanjagend zielig vond.
      Dank voor je wake-up!

  2. Wat een prachtige innerlijke observatie, Riekje!
    Verdeel en heers…
    Ook ik reageer op het sentiment in de brieven. Dit jaar werd opnieuw zichtbaar hoeveel mensen in ons eigen land in armoede leven. Verzuipen in een schuld, die tig keer over de kop gaat. Ik ontdekte een website Steungezin. Daarbij vertelt een gezin een wens/ behoefte. Een vraag om steun in hun omstandigheden. Dan kun je kiezen wie of wat je steunt en voor welk doel/ bedrag. Beiden blijven anoniem, waardoor ieder in zijn waarde wordt gelaten. Een mail van het gezin of de organisatie is de enige reactie. Voor mij een openbaring. Liefs,

  3. Lieve Riekje,
    Ja heel herkenbaar met die giften. Ik voel me bij het doneren( niet voldoende) en ook bij het niet doneren altijd een beetje schuldig. Ik geef en doe niet genoeg, denk ik dan.
    Veel dank ook voor eerdere blogs. Leuk en interessant om te lezen en zo duidelijk jouw stijl.
    Voor jullie een goede jaarwisseling en op naar een hopelijk vrijer jaar waarin we elkaar weer kunnen ontmoeten!
    Liefs Alma

  4. Ha Riekje,
    Al heerlijk om te lezen dat ik hier niet alleen mee tob.
    Geweldig om te lezen wat het met je gemoed doet, dat het van gulle gever, ( een hartskwaliteit) overgaat naar de strenge bankier ( waar het hart niet meer mee speelt )
    Hoe kan ik bij mijn hart blijven bij het geven? Los van schuldgevoel, en wat doet het er toe?
    Ik ga er nog eens opnieuw voor zitten, want ik moet nog:)>

    Gezellige jaarwisseling, groeten aan Jan
    liefs, Tonny

    1. “Want ik moet nog,” schrijf je. Daarin zit het hele probleem besloten. Moet het of wil je het? Geeft het vreugde of schuldgevoel? Wat allemaal toch lastig…..

  5. Lieve Riekje en allen die gereageerd hebben!

    Wat n herkenning! Vooral dat dubbenj.
    En switchen tussen bankieren en schuld gevoel.
    Ok heb de donaties teruggebracht naar 3 goede doelen, die maandelijks een klein bedrag afschrijven. Waaronder ook kunst .
    Soms 1malig iets extra.
    Steungezin ken ik niet lijkt me ook mooi. Ga het opzoeken.
    Allen een fijne jaarwisseling en geluk in 2021

    1. Klinkt goed, om alles teruggebrachte hebben tot 3 doelen.
      Als je dat eenmaal hebt vastgelegd hoef je er niet meer over te tobben. Misschien komt het er wel op neer dat je je beperktheid moet leren aanvaarden.

  6. He Riekje,
    Je beschrijft een worsteling die ik heel goed ken. Doe ik wel genoeg, er is zoveel nodig. Ik kan niet zeggen dat ik daar nu echt rust, vrede in heb gevonden. Maar mij helpt nog steeds de uitspraak van een Rebbe (ben zijn naam kwijt). In de kabbalistische traditie is vrijgevigheid een van de te oefenen voorschriften. Hij schrijft: het is goed om een bedelaar geld te geven. Hij is niet minderwaardig maar is in een situatie beland waar je als mens in kunt belanden en waar je zelf misschien ook in kunt belanden. Hij stopt dan, aan het begin van de dag, een paar munten in zijn zak, als ze op zijn zijn ze op, heeft hij voor die dag genoeg geoefend. Zo kun je het eind van het jaar ook bekijken.
    Wij hebben sinds ik dat las een pakket samen gesteld van goede doelen waar we jaarlijks aan geven (gezondheid, natuur, vluchtelingen, mensenrechten, spiritualiteit) en de rest proberen we langs ons heen te laten glijden. Dat is wel een beetje zoals die munten in je jaszak. Maar ik kan je wel zeggen, ik ben daar ondanks dat toch nog aardig in aan het oefenen. Er zit voor mij een diepe vraag onder die in me leeft: mag ik het goed hebben en genieten terwijl de ander lijdt. Verstandelijk zeg ik ja natuurlijk, want ik help niemand ermee door mezelf dat te ontzeggen. Maar gevoelsmatig ligt het ingewikkelder, heeft het te maken met compassie. Kom ik diepere lagen tegen. Ik ben er dus nog niet klaar mee. Mooi hoe jou blog op deze manier resoneert in me.
    Hartegroet Mariejan

    1. Ja mooi, om het geven te zien als een oefening. Ik moet nu ook denken aan wat ik hierboven schreef: het is meteen een oefening om je beperktheid te leren aanvaarden. Die paar munten in je jaszak symboliseren dan je beperktheid.

      Ik herken trouwens heel goed jouw ‘onderliggende’ vraag of je het goed mag hebben terwijl een ander lijdt. Die klinkt ook steeds in mij. Heel lastig om er een antwoord op te formuleren, want inderdaad, zoals jij zegt: Je helpt er niemand mee als je blijft tobben over ellende waar je in feite niets aan kunt doen.

      Jaren geleden las ik een interview met dominee Beijers Naude die veel goed werk heeft gedaan in Afrika. Hij was al oud, maar bleef nog steeds heel hard werken. De interviewer vroeg hem of het niet eens tijd werd om van zijn leven te genieten. Hij antwoordde: “Veel van mijn vrienden zijn vermoord. Ik ben bevoorrecht dat ik nog leef. Ik ben het verschuldigd aan hun nagedachtenis om de idealen te verwezenlijken waarvoor mijn vrienden zijn gestorven. Dat geeft mij innerlijke vrede en innerlijke kracht om nog van alles te doen in plaats van te genieten bij huis. Hoe kan ik genieten in een Zuid-Afrika waar nog zoveel onrecht en droefenis bestaan? Het spijt me, dat kan ik niet.”

      Veel over na te denken. Wordt ongetwijfeld vervolgd!

  7. Henny Meijerink

    Lieve Riekje,
    Ben jaren geleden al tot de conclusie gekomen dat doneren een bodemloze put is en dat we niet moeten denken dat geld alles zal oplossen, want dat doet het niet.Het is al net als bij de gezondheidszorg, symptoom bestrijding ipv probleem bij de oorzaak oplossen. En dan kom ik tot de conclusie dat alles staat of valt bij bewustwording van de mensheid. Dus wat ik nu doe is paar doelen financieel steunen en verder mensen sponsoren die geen voldoende middelen hebben voor spirituele cursussen.

    1. Oh, wat mooi! Je sponsort personen zodat die spirituele cursussen kunnen doen. Ik moet opeens denken aan de Stichting Verlichting die we indertijd hebben opgericht in Centrum Boswijk om mensen te sponsoren die hun therapie zelf niet konden betalen. Bij het Boswijk Instituut bestaat dat fonds nog steeds.
      Want ja, uiteindelijk gaat het natuurlijk om een gigantisch groot bewustwordingsprobleem van de mensen. Dat ben ik helemaal met je eens.

  8. Henny Meijerink

    Vanuit India wordt gepoogd 61.000 mensen wereldwijd tot Verlichting te brengen opdat dan de verlichting als een golf door de mensheid zal worden ervaren. Men vreest nu dat dit aantal niet op tijd bereikt zal worden. Was ook wel een heel ambitieuze klus. Er worden tegenwoordig gratis online meditaties en onderricht gegeven en ook meerdaagse cursussen online, die prijzig kunnen zijn. Er is echt merkbaar sprake van energie overdracht. Heel wonderlijk.

    1. Maharashi Yogi beweerde indertijd ook dat een aantal mediterende mensen per duizend (ik weet niet meer hoeveel), het aantal misdrijven in een stad zou verminderen. Er zijn daar indertijd ook proeven mee gedaan, die behoorlijk positief uitvielen.
      Dus wie weet, kan de wereldbevolking op die manier nog ‘gered’ worden.
      Voor mij blijft wel altijd de vraag wat er wordt verstaan onder het begrip ‘verlichting’. Dat is me in de loop van de jaren nog nooit duidelijk geworden.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.