Nou vooruit dan maar. Ik waag het erop. Vandaag de blog over de vraag die me ogenblikkelijk te binnen schoot nadat ik vorig jaar de twee blogs over geven en ontvangen had geschreven: “Geef ik genoeg?”
Voor mij een belangrijke vraag, die ik mezelf regelmatig stel, maar waarover ik tot nu toe nog niet schreef, omdat ik er geen antwoord op heb. Ook nu weet ik eigenlijk niet wat ik erover moet schrijven, maar op de een of andere manier blijft deze vraag zich voortdurend aan me opdringen. Hij zit me dwars als een graat in mijn keel. Dus vooruit met de geit!
Ook het afgelopen weekend, toen we met de hele familie bij elkaar waren en er zoveel monden waren om te voeden, kwam deze vraag steeds weer op. Zeker als het om de maaltijden ging vroeg ik me steeds af: “Is er wel genoeg?”
Ik weet nog dat mijn moeder het nooit prettig vond als alle schalen leeg gegeten werden. In plaats van te concluderen dat iedereen het eten lekker had gevonden, veronderstelde ze dat er niet genoeg was geweest: twee manieren van kijken naar hetzelfde. In het ene geval zou ze tevreden zijn geweest over zichzelf en in het andere had ze gefaald: niet genoeg!
Het gaat mij trouwens niet alleen om de vraag of er genoeg te eten is, maar over geven in het algemeen: aandacht geven, moeite doen, geld doneren, hulpvaardigheid betonen, tijd geven aan wie of wat ook maar. Ook aan vrienden, kennissen, buren, goede doelen, organisaties, instellingen, kortom: de buitenwereld. Er valt zoveel te geven en er is zoveel nodig.
Maar ja, hoe vaak ik de vraag ook aan mezelf stel, ik krijg nooit een bevredigend antwoord en daardoor blijft hij me irriteren als de boven genoemde graat in mijn keel. Ook nu ik dit schrijf, realiseer ik me dat ik geen antwoord heb, en waarschijnlijk ook niet zal vinden. Dat komt niet in de laatste plaats doordat ik mezelf vergelijk met anderen.
Veel vriendinnen hebben bijvoorbeeld vaak en lang op kleinkinderen gepast, iets wat ik ook wel heb gedaan, maar lang niet zoveel en zo intensief als zij. Gaf ik te weinig? Had ik meer moeten doen? Ik doe geen vrijwilligerswerk zoals veel van onze vrienden en kennissen. Zou ik dat wel moeten doen? Ben ik nalatig? Om maar niet te spreken over het geven aan de Goede Doelen, waarover ik in 2020 een blog schreef. *) Ook daar kreeg ik de vraag naar het genoeg niet opgelost.
Ik constateerde toen trouwens ook, dat ik nooit genoeg zou kunnen geven en dat er altijd meer zal worden gevraagd. Alle mensen, doelen, organisaties en projecten kunnen altijd meer aandacht, tijd en geld gebruiken. Er is nu eenmaal heel veel nood en leed in de wereld. Zo bekeken kan ik nooit ‘genoeg’ geven. Zelfs niet in onze kleine persoonlijke omgeving. Veel van onze vrienden en kennissen hebben te kampen met ziektes, invaliditeit of andere problemen. Natuurlijk kan ik aandacht en tijd geven, maar daarmee los ik de problemen niet definitief op.
Daar komt bij dat ik uit ervaring weet dat het per moment enorm verschilt hoeveel ik te geven heb. Doodgewoon, doordat ik me het ene moment fitter en vitaler voel dan het andere. Het ene moment heb ik meer te geven dan het andere. Sterker: soms heb ik helemaal niets te geven. Dan heb ikzelf iets nodig; tijd aandacht, troost, rust, wat ook maar.
Lieve help, wat een gepuzzel en gezoek! Krijg ik ooit antwoord op mijn vraag?
Nee.
En dat kan ook niet, want opeens zie ik glashelder in dat de vraag niet deugt. Ik moet deze vraag helemaal niet stellen. Hij valt namelijk niet te beantwoorden en dat komt door het woord ‘genoeg’. Het woord genoeg veronderstelt een maat. En die is er niet. Wie of wat bepaalt wanneer het genoeg is? Niemand. En daarbij, zoals ik hierboven al beweerde: het zal nooit genoeg zijn.
De vraag deugt niet!
De vraag moet zijn: ”Wat kan ik geven?”
En die is goed te beantwoorden. Als ik het woord ‘wat’ betrek op de inhoud van wat ik heb te geven, kan ik bij mezelf nagaan waar ik goed in ben, wat mijn talenten of capaciteiten zijn. Die kan ik allemaal inzetten wanneer ik iets geef.
Het woord ‘wat’ kan ook verwijzen naar de hoeveelheid die ik heb te geven. Als ik goed in mijn vel steek heb ik meer energie over voor anderen dan wanneer het niet goed gaat met me. Dat wat er is, kan ik geven; soms dus meer en soms minder.
Of dat genoeg is, is een heel andere vraag, waar ik vanaf nu geen antwoord meer op zoek
Hè hè, dit inzicht geeft ruimte. De vraag naar het ‘wat’ voelt veel beter dan de vraag naar het ‘genoeg’, omdat hij is ontdaan van een streng en strak ‘moeten voldoen aan’. De vraag naar het ‘wat’ verwijst regelrecht naar mijn hart, waar de impulsen om te geven ontstaan. En zullen blijven ontstaan, want het is het hart eigen om te geven. Het voelt nu als kunnen, in staat zijn. Het voelt zelfs als ‘mogen’: ik mag geven.
Totaal anders.
Altijd weer leerzaam, zo’n blog. In de eerste plaats voor mezelf.
*) https://riekjeboswijk.nl/gutmensch/
Met een kop thee, omdat ik wakker werd en niet meer in slaap kon vallen, las ik je blog. Ben altijd verrast over wat je schrijft. Toch steeds weer een cadeautje. Wat dat geven betreft: ik besef dat ik waarschijnlijk alleen geef als ik er zelf plezier aan heb:). Het heeft denk ik ook wel met mijn hart te maken. Daar ga ik maar eens op broeden.
Wat een bijzonder idee dat je middenin de nacht met een kopje thee mijn blog las. Dat doet me wel wat.
En ja, natuurlijk heeft dat geven met je hart te maken, want anders zou je er geen plezier aan beleven.
Ooooh.
Fijn om te lezen Riekje! Dat woordje “genoeg”, dat triggert. Inderdaad, alsof er een maat voor is.
“Wat kan ik geven?”. Gelijk lichter als ik mezelf deze vraag stel. Dank je wel.
Ja, het woord ‘genoeg’ is echt fout in deze context. Er is geen maat.
Je geeft en je geeft heel veel aandacht. Als je met iemand praat luister je ook echt en wil je het begrijpen doorgronden ! Mooie eigenschap waar je met recht veel mee geeft aan degene waarmee je praat!
Dankjewel voor je reactie. Ja, we hadden laatst een fijn gesprek samen!
Goedemorgen Riekje, wat mooi.
Moeten vervangen door mogen, kunnen.
Dat geeft ruimte en lucht.
En daardoor kan er meer en komt het uit een hart dat overvloeit.
En dan blijft er meer dan genoeg 😉 over, ook voor de gever.
Zo kan het blijven stromen.
Dank je wel!
Mooi, om het in di verband te hebben over stromen. Want zo voelt het ook, als het geven van de juist plaats komt; stromend.
Jouw inzicht wordt door jouw ‘geven’ nu ook mijn inzicht. En met deze ‘ombuiging’ ben ik heel blij. Zomaar een geschenkje op de zondagmorgen dat mij gegeven wordt want ik ken die vraag over ‘is het genoeg’ ook maar al te goed.
Ik buig ook voor jou en jouw transformerende en schrijf kwaliteiten.
P.s ik ben met de trein onderweg en heb de pas verschenen herziene uitgave
‘het geschenk’ van Edith Eger bij mij. Hoe toepasselijk!
Dankjewel voor je reactie. Fijn, dat ik mijn ‘ombuiging’ aan jou heb kunnen doorgeven!
Edith Eger bewonder ik zeer. Voor mij was haar ‘het geschenk’ indertijd ook een geschenk.
En zo heb je mij ook weer heel “wat” gegeven Riekje.
Dank voor dit mooie inzicht!
O ja, leuk: ik heb ‘wat’ gegeven. Dat maakt me blij.
Wat mooi….het nadenken over een dergelijke vraag, levert wijsheid op. Dat ervaar ik vaak ook zo. Dat is mijn eerste herkenning bij jouw verhaal. De tweede zit ‘m in het verruilen van ‘meten’ naar ‘zijn’ of ‘doen’. Hoe vaak meet ik mijn actie niet af aan de ander, terwijl die meetlat er helemaal niet toe doet!
Bedankt voor jouw inzicht, groet, Chantal
Ja, wat is dat toch een domme, maar hardnekkige gewoonte om je te vergelijken met anderen! Iedereen is anders en doet de dingen anders. Het is volslagen onzinnig om te vergelijken.
Maar ja, ik ken dat maar al te goed, dat vergelijken.
Fijn dat je antwoord hebt op je vraag en het daardoor licht wordt en wat mij betreft heb je al heel veel gegeven met je boeken, kunst en je blog! En als je het even kwijt bent kun je jezelf ook afvragen: wat heb ik gegeven, en de schoonheid zien van wat je wel hebt gedaan!
Ik realiseer me wel dat ik al veel heb gegeven, maar het blijft toch spelen. Ik wil nu eenmaal graag bijdragen.
Dank je wel lieve Riekje,
Door stil te staan, zitten, met aandacht voor wat plaagt, het LICHT erop laten schijnen, valt het open en komen we bij de kern, ons hart. Dat inzicht kwam weer in mijn mind na het lezen van jouw blog. Jouw geschenk aan mij, ons, deze morgen.
Hartegroet, Heleen.
Klopt! Toen ik de blog begon te schrijven wist ik niet dat dit inzicht zou ontstaan. Dat ontstond inderdaad bij de gratie van de aandacht die ik gaf aan mezelf en deze vraag. En dat geef ik dan heel graag door!
Mooi geschreven. En goed ook om bij stil te staan. Tegelijk rijst bij mij de volgende vraag voor je: Wat kan jij jezelf geven waardoor je je genoeg gevoed voelt om te beseffen/voelen dat je genoeg aan de ander geeft? Mooie dag! Groet, Maaike
Daar ga ik nog eens goed over nadenken!
Leuk zo’n verhaaltje dat ik onmiddellijk op mijzelf betrok. Dank. Ik doe wel vrijwilligerswerk maar alleen als ik het zelf leuk vind. Dat ‘geeft’ mij ook iets wat ik als positief ervaar. Noem het voldoening. Daarnaast geef ik heel impulsief af en toe. Als mij realiseer dat ik het zelf zo goed heb, bedenk ik nu. Op de markt zie ik bijvoorbeeld een man waarvan ik aanneem dat hij het niet breed heeft en vraag hem of hij een lekkerbekje wil. Valt altijd goed en weer die voldoening met zijn bedankje. Graag gedaan zeg ik dan oprecht.
Dat lijkt me heel bijzonder; om een lekkerbekje aangeboden te krijgen. Heel bijzonder om dat te ontvangen én om het te geven. Dat geeft vast en zeker voldoening.
Dank je wel weer voor deze mooie blog. Heel leerzaam. Ik strubbelde ook met geef ik wel genoeg. Ik ga er nu ook op deze manier naar kijken. Dat geeft lucht en ruimte.
Dankjewel voor je reactie. Het doet me goed te horen dat je je erin herkent.
Dankjewel Riekje voor deze blog. Voor mij ook vaak een prangende vraag in wisselende omstandigheden! Door er op de boven beschreven manier mee om te gaan ontspant, geeft ruimte. Spannend om de omkering van ‘is het genoeg’ naar ‘wat heb ik te geven’ in praktijk te brengen ………..
Ik ga nu beginnen!
Ja, het woord prangend past heel erg bij deze vraag: het is echt een heel vervelende vraag. Fijn voor je, dat die nu wegvalt. Leuk hoor, die laatste zin: “Ik ga nu beginnen!” Die klinkt zo enthousiast!
Lieve Riekje, dit was voor mij ook de belangrijkste vraag van de laatste tijd. Mijn oude moeder en ik hadden geen warme band, maar ik probeerde wel een goede dochter te zijn en vooral haar in haar laatste jaren bij te staan. Daarbij verweet ik mijzelf keer op keer dat ik haar niet hartelijk kon behandelen, niet knuffelen en niet fysiek liefdevol kon zijn. En dat ik vooral meer plicht dan verlangen voelde om naar haar toe te gaan. Ik voelde me vaak machteloos dat ik niet de dochter kon zijn die me voor ogen stond. Maar ik heb wel mijn best gedaan.
Onlangs is zij overleden. Op het afscheid keek mijn hartsvriendin mij diep in de ogen en zei: je hebt werkelijk alles gedaan wat je kon. En dat begint nu te landen. Ja, in al mijn machteloosheid heb ik alles gegeven wat ik had te geven. Precies zoals jij zegt.
Wat troostend, dat je de opmerking van je vriendin kunt toelaten. Het heeft alles te maken met jezelf vergeven. Je vergeeft jezelf dat je niet zo hartelijk hebt kunnen zijn als je had willen zijn.
Zoals je het beschrijft vind ik zelfs dat je wel trots op jezelf kunt zijn: ondanks alle innerlijke belemmeringen die er waren, heb je toch gegeven wat je te geven had!
Niet gering.
Mooi verhaal, Riekje, hoe je uiteindelijk weer bij jezelf uitkomt.
Van Jan Keij vernam ik van Levinas, in mijn eigen woorden: Het zorgapel van de ander is in beginsel onbegrensd. Begrenzing komt van de zorg-gever.
Voor mij een steungevende gedachte, ook bij mantelzorg.
Dankjewel voor deze prachtig geformuleerd wijsheid van iemand die zeker weet waar hij het over heeft: Levinas! Inderdaad: steungevend.
Hé, Riekje, wat ‘geef’ je weer veel om verder over na te denken.
Mijn eerste gedachte is dat ik met het geven van immateriële zaken als aandacht en zorg geen moeite heb. Maar, die gedachte kwam zo snel op dat ik hem toch onder de loep ga leggen. Anders is het met gelddonaties aan goede doelen. Bijvoorbeeld: ik geef structureel aan de KNGF voor de opleiding van blindengeleide honden. Elk jaar krijg ik daarvoor een bedankje, mét een brief of ik alsjeblieft éénmalig wat extra wil geven. Meer organisaties doen dat en daar word ik kribbig van. Waarom?
Gelukkig ben ik wel spontaan gul als collectanten aan de deur komen. In onze dorpse omgeving gebeurt dat bij elke grote actie, heel regelmatig. Dan denk ik: ‘Wat fijn dat jij collecteert, daar tijd en energie in steekt, alleen daarom ik geef ik een bijdrage.’
Je hebt trouwens veel mooie reacties opgeroepen met dit thema, Riekje!
Lentegroet,
Elma
Ik ken dat: ik geef ook aan collectes omdat ik de collectant wil waarderen.
En ik ken ook de irritatie als er steeds weer oproepen komen om nog méér te geven.
Ik doneer de laatste jaren voornamelijk aan doelen omtrent het klimaat, omdat ik dit beschouw als een collectief probleem. Ken je https://justdiggit.org? Dat zijn mensen die woestijnen vergroenen. Jouw kennende, moet je dat zeker aanspreken.