Een sprookje, waargebeurd

IK HERINNER ME
die vlinders. Al die vlinders.
Ze vlogen over het Grote Grasveld bij de boerderij waar we toen woonden. We hadden het gazon achter het huis ‘Het Grote Grasveld’ genoemd, omdat het heel groot was in de ervaring van onze kinderen met hun nog kleine kinderbeentjes. Vanaf de ene naar de andere kant van het gazon lopen was voor ons geen afstand, maar voor hen een hele reis. 

Het was trouwens helemaal geen gazon. Er bloeiden volop paardebloemen, boterbloemen en madeliefjes. Mollen mochten er hun gravende gang gaan.

Rondom het gras had ik van alles aangeplant. Vlinder- en rozenstruiken, dahlia’s, papavers, stokrozen, floxen, tijm, lavendel; een overvloed aan kleuren en geuren. Ontelbaar veel bijen, hommels en alle mogelijke andere insecten zoemden daartussendoor. 
En vlinders. Grote en kleinere, witte, blauwe, gele en natuurlijk ook de bonte dagpauwogen en schoenlappertjes. 

Die dag waren er heel veel vlinders. Vooral veel witte. Geen idee waar ze allemaal vandaan kwamen, maar ze waren er. Ze fladderden over het Grote Grasveld als verwaaiende rozenblaadjes in een vlagende wind.
Wij tweeën renden er tussen door. Ik op mijn al strammende oma-benen, zij op haar driejarige nog mollige, dansende peuterbeentjes. Zo snel als ze kon rende ze achter de vlinders aan, sprong op om er eentje te vangen, klapte met haar handjes in de lucht, gilde van opwinding, danste verder, cirkelde rond, sprong weer op, greep naar een andere vlinder. 
Vlinders, vlinders, overal vlinders, de lucht was er vol van. Ze danste en sprong van de ene naar de andere. Het hield niet op.

En ik? Ik sprong en danste en greep in de lucht en maakte opgewonden gilletjes, net als zij.

Het liep al tegen de avond, het magische schemeruur. De vlinders lichtten op in de al duisterende lucht.
En even was het, alsof ook wij vlogen. 
Licht en luchtig, warrelend dansend en springend, waren we die zomeravond even gewichtsloos en vrij. Even, heel even waren wij vlinders.

Dat herinner ik me. 

Een sprookje. 

Waargebeurd.

Zo kostbaar.

pastel: Juke Hudig

16 reacties op “Een sprookje, waargebeurd”

  1. Ach lieve mens, ik herinner me van toen jou en jullie huis, misschien ook nog je kind(eren). Die vluchtige, vluchtende hoop kleuren en geuren, dat letterlijk ontaarde zijn, dat toch zo ongebonden leven. Dat sprookje waar niemand stil hoefde te staan of te liggen, waar alles los kon zijn. Houd het vast, koester het, wat goed dat die herinnering er nog altijd is.

      1. Mijn grootmoeder woonde in een aanleunwoning , grenzende aan een heel grote tuin met kronkelende wandelpaden waaraan grote bomen en witte ouderwetse tuinbeekden stonden. Ik was er alle dromerige schoolvakanties en hield mijn konijn in de kleine schuur. Ga nooit terug naar zo’n mooie droom ; ik las dat je dat deed en wat een teleurstelling het was. Ik deed dat ook, inmiddels volwassen en nieuwsgierig: er was een super-de-luxe zwembad aangelegd met sjieke ligstoelen en een bar met douches zoals je die in advertenties voor exotische vliegvakanties aantreft… niks meer over van het levende sprookjesboek waarin ik ooit vertoefde.

  2. Wat heerlijk om mee te mogen beleven! Voor mij is dit zo precies waar leven over gaat. Waar oma-zijn betekenis heeft. Ik word er blij van! Dank je wel Riekje.

    1. Met dat kleinkind liep ik ook altijd langs alle borders en dan bekeken we samen alle verschillende bloemen en planten. En natuurlijk ook alle mieren en kevertjes en slakjes en wat niet al wat er in en om de planten te zien was. Ook een beetje als in een sprookjestuin, waar ik als oude oma de weg wees.

  3. Wat een blijde gebeurtenis. Ik zie jullie dansen, jij met je kleinkind en je vlinders. Ik bedacht me dat ik ook eens een blij sprookje heb geschreven, kan geleden alweer, er was eens… Ik zal het je sturen via de mail. Fijne zonnige zondag. Nelleke

    1. Zeg dat wel: “Er was eens.” Die prachtige tuin is volledig verrommeld door de mensen die onze boerderij hebben gekocht. Ik ben er één keer geweest en het deed me pijn om te zien.
      Ik ben benieuwd naar jouw sprookje. Ik zie het wel komen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.