Ik zie het meteen als we de hoek omslaan en de Gasthuisstraat inlopen: de weg is versperd. Dat wil zeggen: een meter of dertig verderop is een soort draad over het trottoir gespannen. Dwars er overheen. Mijn metgezel ziet niets en babbelt druk verder. Ik vraag me af wat het voor draad kan zijn, maar al lopend wordt me dat al snel duidelijk. Aan de ene zijkant van het trottoir, tegen de straatrand aan, staat een man met iemand te praten, terwijl zijn hond helemaal aan de andere kant van het trottoir staat te snuffelen. Man en hond staan aan weerskanten van het trottoir en de ‘draad’ die ik zag is de riem van de hond.
Nu hebben de huizen in de Gasthuisstraat allemaal eigen stoepjes. Van die mooie, ouderwetse stoepjes. Het ene heeft grote tegels, het andere is van terrazzo, het ene is effen terwijl het andere blok-patronen heeft; allemaal anders. En al die stoepjes zijn natuurlijk van elkaar gescheiden door paaltjes in alle soorten en maten, waar kettingen aan zijn bevestigd, die weer allemaal verschillende schakels hebben. Er staan ook fraai gevormde hekjes.
Al die stoepjes, en daar gaat het me hier om, liggen naast het trottoir.
Goed, wij lopen dus over het trottoir, dat wordt versperd door die hondenriem. Baasje aan de ene kant van het trottoir, hond aan de andere kant en de riem daartussenin.
Dus loop ik even over het naastgelegen particuliere stoepje. Hond lekker snuffelen, baasje lekker babbelen, ik over het stoepje.
Maar niet mijn metgezel. Zij blijft stokstijf stilstaan, met haar schenen tegen de hondenriem aan.
Ik denk nog even dat ze er overheen gaat stappen. Had best gekund, was een stap van misschien 15 centimeter hoogte geweest.
Maar nee. Ze blijft stilstaan. Ook, als ze ziet dat ik de ‘obstructie’ allang voorbij ben doordat ik ben ‘uitgeweken’ over een stoepje.
Ik maak nog een gebaar, zo van: “Loop hier toch langs.” Maar nee. Ze staat demonstratief stil en zegt op een zogenaamd beleefde toon: “Mijnheer, zoudt u even uw hondje willen in-lijnen?” Heel ‘schoolmeester-achtig’.
Ik sta op een afstandje en kijk verontschuldigend glimlachend naar het baasje van de hond, want ja, ik vind het echt een beetje gênant. De man kijkt naar haar, haalt adem om iets terug te zeggen, lijkt een seconde na te denken en sluit dan zijn mond. “Kom Dirk” zegt hij en hij trekt de hond, die kennelijk Dirk heet, op een vriendelijke manier terug, aait hem over zijn kop en vervolgt daarna zijn gesprek. Hij keurt mijn metgezel zelfs geen blik waardig.
Ik vraag me af wat hij denkt. Ik veronderstel iets in de trant van: “Geen energie aan besteden. Laat ik dat oude mens haar zin maar geven. Hopeloze zaak. ” Eigenlijk nog erger dan wanneer hij haar van repliek zou hebben gediend. Dan was ze zijn woede nog waard geweest. Nu wordt ze in zekere zin op een vernederende manier genegeerd.
Na dit voorval voegen mijn metgezel en ik ons weer samen en lopen verder. Ik wil het er eigenlijk niet over hebben, maar ik kan het toch niet laten te vragen: “Waarom deed je dit nou zo? Je kon er toch gewoon langs? Er was genoeg ruimte op het stoepje.” “Nee, daar ging het mij niet om. Hij versperde de weg!” zegt ze kordaat. Zo kordaat, dat ik mijn mond maar houd. In feite dezelfde reactie als die van de baas van het hondje: hopeloze zaak, niet over doorpraten. Helemaal geen aandacht aan besteden.
Dus ik laat het hier bij.
Twee dagen later kom ik op de markt een vriend tegen. Als ik hem aanspreek, vertelt hij me dat hij een kleine week geleden is geopereerd. Een vrij ernstige operatie. Ik schrik natuurlijk, vraag hem nog het een en ander en er ontspint zich een gesprek waar we beide helemaal in opgaan. Even is er niets anders meer dan de ziekenhuisverhalen van mijn vriend.
Totdat er een vrouw langs ons loopt, die zich een paar meter verderop omdraait en ons toebijt: “Jullie staan wel mooi midden op het gangpad, zeg! Niemand kan er langs!” Mijn vriend en ik kijken verbaasd naar de vrouw en elkaar. Midden op het gangpad? We staan helemaal niet middenin. Ja, we staan aan de zijkant van het pad en dus moeten de mensen die er langs willen even een flauwe bocht maken, maar iedereen kan er nog ruim langs. Inclusief de vrouw zelf, die ons verwijt dat we de weg versperren. Ik wil nog zeggen: “Maar je bent zelf daarnet toch gewoon langs ons gelopen?” Maar ik houd me in. Mijn vriend en ik halen onze schouders op en vervolgen ons gesprek. De vrouw draait zich om en loopt verder.
Merkwaardig, twee soortgelijke gebeurtenissen, vlak na elkaar. Ik weet niet wat ik er van moet denken. Wat gebeurt hier? Wat is er aan de hand met mensen? Wil iedereen ongehinderd zijn Eigen Vrije Gang kunnen gaan? Staan mensen op hun Recht? Ben ik te toegeeflijk als ik omloop? Ik weet het niet.
Ik zie wel, dat er in de beide gevallen een soort brandbom werd gegooid en dat die niet ontvlamde doordat er geen reactie kwam. Als de baas van het hondje en mijn vriend en ik wél boos hadden gereageerd, was er allicht een woordenwisseling ontstaan en stond iedereen binnen de kortste keren in lichterlaaie. Nu gebeurde er dus niets.
Twee kleine voorvalletjes in een klein provinciestadje. Stelt allemaal niet veel voor. Toch wel leuk om het even verteld te hebben. En er de humor van in te zien.
Goedemorgen Riekje,
Leuk geschreven!
Heel herkenbare situatie van de baas die de openbare ruimte inneemt door zijn/haar hond de maximale lijn te geven. Ik kan mij er ook aan ergeren.
Om het in termen van jouw geschreven boek Ruzie te verwoorden: Het lijkt of de oorspronkelijke energie van kracht en plezier onderbroken wordt door een hondenlijn.
“Iets wat uit mijn verre verleden vanbinnen geraakt wordt?” vraag ik mijzelf dan af.
Klopt. Door zo’n lijn wordt je energie onderbroken. (Als je tenminste niet de souplesse hebt om even een bochtje te maken. Ik liep gewoon door en voelde geen stagnatie.)
Om te demonstreren hoe woede ontstaat deden wij in de Opleiding altijd de volgende visualisatie: stel je voor dat je op weg bent naar een heel belangrijke afspraak. Je haast je over de weg. En dan opeens valt er een slagboom over de weg en kun je niet verder. Ga na wat je voelt! De meeste mensen worden dan boos.
Dat je boos wordt, wordt domweg veroorzaakt door de obstructie. Als energie stagneert, ontstaat er in eerste instantie boosheid. Hoe je die boosheid al dan niet vormgeeft, heeft meestal te maken hebben met opvoeding e.d.
Mooie beeldspraak over al dan niet op je strepen gaan staan…..en wat er dan gebeurt. Leuk !
Ja, die vrouw waarmee ik liep stond zo ongeveer letterlijk op haar strepen.
Leuk, die zogenaamde kleine dingen. In het zwembad snauwde een gemutste en bebrilde dame onlangs: ‘u zwemt in mijn baan!’ Ik zei zo vriendelijk mogelijk ‘volgens mij is er niet zoiets’, waarna ze haar heil elders zocht. Ik verbaasde mij dat ik het niet kon nalaten te reageren i p v het als water van mij af te laten glijden. Toch nog iets te leren?
Ook geweldig: een persoonlijke baan in een zwembad!
Geen idee of er nog iets te leren valt voor je. Je kunt ook zeggen dat je die vrouw iets leerde door je opmerking. Wie heeft er nu een eigen baan in een zwembad? In ieder geval hoef je niet meer te leren om heel vriendelijk te zijn.
Goedemorgen Riekje,
Dank je voor je blog, weer stof tot nadenken!
Sommige mensen vinden het fijn om anderen terecht te wijzen. Zelf probeer ik zoveel mogelijk mildheid te betrachten. Deze woorden (ik weet niet meer van wie) helpen mij daarbij:
“Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always.”
Mooie uitspraak!
Oh wat mooi, die opmerking en het advies om vriendelijk met zijn. Met dan ook nog de toevoeging ‘altijd’. Daar zit een diepe waarheid in. Dankjewel!
Haha, ik zie het voor me.Meestal zijn de ruimte innemers zich van geen kwaad bewust.
Ruimte innemen en ruimte geven wordt in een tijd van individualisatie wel lastiger.
Het heeft ook te maken met algemene normen in de openbare ruimte.
Misschien verschuiven die mee.
Klopt in beide door mij beschreven gevallen: de man met het hondje had niets in in de gaten en wij op de markt ook niet.
Wat er precies verschuift weet ik niet, maar mensen zijn wel kribbiger en hufteriger dan vroeger volgens mij.
Zou dat zo zijn “kribbiger en hufteriger “ Riekje? Niet in de gaten hebben dat je hond aan de andere kant van de straat loopt/staat waardoor er toch ook een gevaarlijke situatie ontstaat en niet in de gaten hebben dat je staat te praten waardoor mensen er niet langs kunnen. Laten we het zo noemen. Wie of wie ??? De geïrriteerders in jou verhaal worden wat verweten. De situatie makers worden aangesproken en voelen zich wellicht gecorrigeerd ( hoe was dat voor jou) komen er mee weg inhoud verhaal. Ik hoop dat je het nog snapt maar voor mij is dat een onderzoek in mezelf. Loop ik rustig een stoepje om? Of let ik ook op als ik sta te praten dat ik niet een obstakel ben. Hoe kijk jij daar tegenaan? Lieve groet Wendelmoet
Ikzelf wijk vrij gemakkelijk even uit en loop rustig over de stoep als ik er niet langs kan. Ik zag werkelijk geen enkel probleem. Als ik in de auto door de smalle straatjes van Zaltbommel of over de smalle dijk naar Gameren rijd, ga ik altijd even opzij staan als ik denk dat een tegenligger en ik elkaar niet kunnen passeren. Vaak (niet altijd) maakt de ander dan een klein gebaar van waardering en ik gebaar dan altijd terug. Dat voelt heel prettig.
Voor mijn gevoel was er ook op de markt niets aan de hand. Mensen konden er nog goed langs. De vrouw was er al langs. Er staan altijd mensen met elkaar te praten. Dat is nu juist zo gezellig op de markt. En anders vraag je gewoon even of je er langs mag. Het gaat me om de toon waarop mensen elkaar aanspreken.
Wat dat betreft ben ik erg blij met de uitspraak van Anneke hierboven: “Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always.”
Is er nog wel gezelligheid, humor, begrip, etc.Is het de oorlog of onze rijkdom-dom-dom?
Er heerst onplezierige sfeer alom voel ik.
Dat waren 2 “mooie” voorbeelden Riekje
Ja, hoe onbenullig het ook was, ik vond dit ook twee voorbeelden van een veranderende ‘publieke sfeer’.
Over het algemeen is die in Zaltbommel trouwens nog steeds heel prettig. Iedereen groet elkaar hier.
Mooi verhaal, mooie verhalen!
Elke ochtend zwem ik in Duitsland, baantjes. Uitwijken en de ander ruimte geven is een interessant proces. Daar zit ook verschil in wat betreft landsaard en geslacht, of verbeeld ik me dat?
Op de terugweg moest ik drie keer van mijn fiets stappen, omgewaaide bomen op het fietspad, obstructie. Geen probleem voor mij, nu in ieder geval niet.
Heb al wel bedacht om dat pad bewust te gebruiken in mijn werk, wandelcoaching.
Als de bomen er dan nog liggen 😉
Afgelopen vijf weken was ik in Noorwegen, smalle straatjes, rotsen en ravijnen, iedereen geeft de ander de ruimte, het kan niet anders. En altijd een bedankje.
Daar is ook allemansrecht, dat je vrij mag kamperen in de natuur, als je er respectvol mee om gaat. Zou dat schelen in samen een land bewonen? Al bij de opvoeding leren dat je samen moet delen, dat je de ander ruimte moet geven en je eigen ruimte mag nemen, in respect voor de ander en het universum…
Ja, die bomen op het pad zul je heel goed kunnen gebruiken in je coachingswerk! Ik heb daarnet een blog geschreven over ‘versperringen’ en boosheid en wat dat weer te maken heeft met teleurstelling en verdriet. Misschien heb je er wat aan.
Ik ben ervan overtuigd dat landsaard te maken heeft met de manier van omgaan met elkaar. Wij stonden een keer met onze camper in Zweden op een parkeerplaats naast een badweg; een weg naar zee. Daar liepen allerlei families langs, ouders met kinderen, en we konden horen welke taal ze spraken. De families die in een rustige atmosfeer met elkaar spraken waren Zweeds, en als er werd geschreeuwd en gejoeld en zo, waren dat altijd Nederlandse families.We verwonderden ons er in Zweden ook over dat in de speelplaatsen kinderen rustig achter elkaar in de rij stonden te wachten op hun beurt bij glijbanen.
Het heeft vast te maken met opvoeding.
Maar ook misschien wel met ruimte: Zweden is een gigantisch land en Nederland is wel heel erg vol. Zo langzamerhand overbevolkt zou je zeggen.
Het is nu twee dagen geleden dat ik je blog “Doorlopen” las, Riekje.
En , zoals bijna altijd met je blogs, suddert ook deze weer na tijdens mijn lange ochtendwandelingen.
En vandaag , werkelijk waar, kom ik dus voor de tweede keer in evenzoveel dagen hondeneigenaren op het voetpad tegen die het pad “overspannen” met hun hondenlijnen…
Bij het naderen van de druk overleggende hondenbaasjes voelde ik , mede door de gelezen blog, dat ik een keuze had:
Meestal reageer ik dmv een zogenaamd “scherp grapje” op zo’n soortgelijke situatie, maar nu bleven mijn gedachten hangen bij “het overspannen voetpad”
Waarom zou ik nu eventueel een overspannen reactie uitlokken…?
Dus , mede door je blog, liep ik ont-spannen langs het gezelschap…
Oh, wat geweldig Gerard! Mede door mijn blog was de wereld even ietsje minder ‘overspannen’! Hopelijk is het jouzelf ook goed bevallen om niet meer ‘scherp en grappig’ te zijn!