De jongste

Je ziet het er misschien (hopelijk) niet aan af, maar ik heb vorige week behoorlijk zitten worstelen met mijn blog ‘jong of oud?’ Eén van de gevolgen van die worsteling was dat ik een hele alinea schrapte. Op zich is dat niets bijzonders: schrijven is schrappen. Ik heb er doorgaans ook niet al teveel moeite mee. Ik ben er in de loop van de jaren behoorlijk bedreven in geworden.
Hoewel, soms doet het toch nog pijn. Als ik heel mooi lopende zinnen of zorgvuldig uitgewerkte alinea’s schrap, voelt dat toch wel als het ‘killen’ van mijn ‘darlings’: jammer, heel erg jammer om weg te gooien. Maar goed, als de tekst er als geheel baat bij heeft, moet het onverbiddelijk gebeuren.
Zo schrapte ik in de vorige blog een hele alinea. Na lang wikken en wegen, lezen en herlezen, van plaats veranderen en nog eens van plaats veranderen, besloot ik om allerlei redenen die ik hier niet zal noemen, dat de alinea eruit moest. Maar omdat ik het ook heel jammer vond, kieperde ik hem niet meteen in de prullenmand, maar liet ik hem nog even in een documentje op mijn bureaublad staan. 

Ik weet vrij zeker dat ik dat documentje vandaag of morgen zou hebben weggegooid, ware het niet dat ik via de mail een reactie kreeg op die blog, die mij daarvan weerhield. Er stond namelijk iets in die mail wat me enorm trof. Ik citeer: ‘Ik ben steeds verrast als ik merk niet de jongste maar de oudste te zijn in gezelschap, ik was nummer zes in de rij van zeven kinderen. Het kinderlijke besef heeft zich lekker stevig genesteld in mij.’ 
Laat mijn afgekeurde alinea nou toevallig ook over dat kinderlijke besef gaan! De pijnijk getroffen auteur in mij kwam ogenblikkelijk in beweging en beweerde vol overtuiging: “Zie je nou wel, het is een héel belangrijke alinea. Ik zei nog dat je die niet weg moest gooien! Voeg hem nu nog maar mooi even toe!”
En dat doe ik dus bij deze. Zie het maar als een soort naschrift van de blog van vorige week.

Ik voel me de laatste jaren juist heel vaak heel jong! Jong, in vergelijking met veel van onze vrienden en kennissen die voor een deel al tegen of in de tachtig zijn. Zij zijn de laatste jaren vrijwel allemaal geconfronteerd met ouderdomsgebreken en -ziektes. Grote of kleinere infarcten en tia’s, kanker, diabetes, macula degeneratie, Alzheimer, artrose, Parkinson; ik zie het allemaal om me heen. Om nog maar niet te spreken over de hoeveelheid nieuwe knieën en heupen die worden aangemeten. Vergeleken met hen voel ik me heel jong, want ik heb nog niks. Ik ben nog nooit ergens aan geopereerd, ik slik geen medicijnen; ik ben nog ‘blanco’. 

Nu ik dit schrijf realiseer ik me trouwens, dat dit niet zomaar een gevoel is van jong-zijn. Het is het gevoel van het kleine meisje met de oudere zussen dat ik vroeger was. Het is het gevoel van ‘de jongste’: het ‘kleintje’ dat nog niet kan en niet mag wat de ‘ouderen’ allang kunnen en mogen. Mijn zussen mochten eerder dan ik ’s avonds buiten spelen en logeren; zij gingen eerder dan ik naar de lagere en de middelbare school, kregen vriendjes, organiseerden feestjes, gingen studeren, enzovoort. Natuurlijk, dat zou ik later wellicht ook allemaal mogen en zeker ook gaan doen, maar pas als ik ‘groot’ zou zijn en dat was ik nog niet. 
En hoe oud ik ook werd, ik was en bleef áltijd jonger dan zij. Ik was en bleef ‘de jongste’. Dat was frustrerend, maar het gaf me ook de kans om te kijken naar wat zij deden en hoe ze het deden. Mijn zussen leefden mij als het ware voor hoe het zou gaan als ik net zo oud zou zijn als zij. Ik kon van hen de kunst afkijken. 

En nu zijn het mijn iets oudere vrienden en kennissen, die mij voorleven wat mij naar alle waarschijnlijkheid ook te wachten staat: ouderdomskwalen en -ziektes, met daarbij horend heen en weer gerij van en naar ziekenhuizen, alle mogelijke soorten onderzoeken, foto’s, echo’s, scans, eindeloos wachten op uitslagen, verwarrend of frustrerend medisch overleg, aardige of minder aardige artsen, enzovoort. Mij staat nog van alles te wachten. Ik ben wéér de jongste.

Nooit geweten dat dit kleine meisje nog bestaat, maar nu ik dit ‘me jong voelen’ in mezelf ervaar, voel ik heel duidelijk dat ze er nog steeds is. Het meisje voelt zich nog steeds jong; onwetend, onervaren. Ze ziet dat vrienden en kennissen van alles mee maken, maar ze heeft het zelf nog niet ondervonden. Ze was tot nu toe nog niet aan de beurt. Ze kijkt met nieuwsgierige, maar ook ietwat angstige ogen naar alles wat er om haar heen gebeurt en neemt zorgvuldig in zich op wat ze ziet, want ze weet: “Ik moet goed kijken hoe ze het allemaal doen. Daar kan ik van leren.” 
Bij nader inzien ken ik dit meisje heel goed. Ze heeft in zekere zin mijn hele leven mijn blik bepaald. Dankzij haar open en onwetende blik heb ik heel veel geleerd, maar eerlijk gezegd hoop ik dat ze wat kwalen en ziektes betreft nog heel lang onwetend zal blijven, doordat me die nog lang bespaard zullen blijven. Ik heb er niets op tegen om me nog heel lang de onwetende jongste te voelen.

24 reacties op “De jongste”

  1. Beste Riekje, dank je wel weer voor je mooie blog. Heel herkenbaar als nr 7 van de 9 kinderen. Nu met 65 jaar steeds vaker de oudste, echter ik ben vooral gericht op mensen die ouder zijn en van wie ik kan leren. Soms als ik me niet gehoord voel, komt ook dat gevoel terug van roepend in de woestijn en niemand reageert.

    1. Oh wat een triest gevoel moet dat zijn: roepend in de woestijn en niemand reageert. Is dat voor jou verbonden met de jongste zijn? Mij werd vaak verweten dat ik werd verwend. Wat misschien ook wel waar was.

  2. Beste Riekje, zelf ben ik de oudste van drie zussen. Een andere positie. Een aantal jaar geleden kwam het besef hoe bepalend dit is in mijn leven. Het grote gevoel van verantwoordelijkheid, vaak het voortouw nemen en vooral hoe moeilijk ik het vind om me kwetsbaar op te stellen. Ik begin het te leren :-). Heel bijzonder vond ik het ook om het verschil te zien met mijn man, de jongste van drie broers. En ook hoe deze plek in ons oorspronkelijke gezin doorwerkt in onze relatie. Boeiend! Dank je wel voor je mooie blog en blijf nog lang gezond.

    1. Ja natuurlijk is het heel anders als je de oudste bent!. Je bent de wegbereider voor de jongeren. Dat lijkt me helemaal niet gemakkelijk.
      Grappig; Jan is ook de oudste van drie. En ja, die plaats in het gezin werkt ook door in onze relatie.

    1. Ja, wat een mooi onnozel gezichtje, vind je niet? Ik heb mijn foto-boek erop nagekeken, maar die onnozelheid is op iets latere leeftijd al niet meer te vinden.

  3. Ik ben wel eens nagegaan hoe de posities in gezinnen terug te vinden zijn in relaties en bij de meeste mensen van wie ik dat weet is de een de oudste en de ander de jongste..

    1. Ja, Jan en ik zijn ook oudste en jongste. Van twee relaties mijn nabije omgeving weet ik dat dat dat ook zo is.
      Jan en ik lieten in onze therapiegroepen wel eens groepjes van oudsten en jongsten maken en we liepen hen dan met elkaar praten over hoe het was om de oudste of de jongste te zijn. Dat bleek dan in die groepjes totaal verschillend te gaan. De oudsten zaten altijd op een keurige afstand van elkaar en ze lieten elkaar om de beurt aan het woord. Verantwoordelijkheid was heel vaak een belangrijk onderwerp.
      De jongsten hingen vaak tegen elkaar aan, praatten door elkaar heen en er was veel meer plezier en gezelligheid. Maar er was daar ook een tendens om zich af te zetten tegen die oudsten die altijd zo ‘bedillerig en overheersend’ waren geweest.
      Helaas hebben we nooit onderzocht hoe het bij ‘de middelsten’ ging.

  4. ik heb een tijdlang gewerkt met zorgverleners en dan onder het motto ‘zorgen voor een ander begint bij jezelf’. Daar heb ik vaak gezien hoe de oudste kinderen uit een gezin vaak heel behulpzaam en zorgzaam zijn, er vaak ook hun beroep van maken: verpleegkundige maatschappelijk werk, etc. Bij oudste kinderen uit een GROOT gezin viel dat helemaal vaak op. In mijn eigen gezin en in de gezinnen van mijn kinderen kan ik datook wel waarnemen, soms wat minder soms wat meer. Tegen mijn jongste dochter werd door haar drie oudere zussen ook vaak gezegd dat ze verwend werd, maar ze deden daar zelf hard aan mee.
    Zelf ben ik de oudste en de jongste, enig kind dus…
    Mooie blog weer Riekje!
    Liefs, Nelleke

    1. Ja, nu je dat zo zegt ligt dat wel voor de hand, dat die oudsten blijven zorgen.
      Mij werd als jongste ook vaak verweten dat ik werd verwend. Voor mijn gevoel was dat niet zo, maar ik vermoed wel dat mijn moeder het jammer vond, net als ikzelf indertijd met onze jongste dochter, om haar laatste ‘kleintje’ ook groot te zien worden. Dus wie weet, hadden ze gelijk.

  5. Dank je voor je mooie blog. Heeft me wel aan het denken gezet.
    Toen ik destijds in de verpleging zat bleek ook bij een bijeenkomst van verpleegkundigen dat de meesten de oudste of een van de oudsten uit een gezin waren. Er was zelfs geen jongste bij. Nu is de verpleging erg veranderd dus of dat nu nog opgaat weet ik niet.
    Ik was de op een na oudste en de drie onder mij noemden we ook altijd de kleintjes. Maar het rare is dat ik vanaf mijn puberteit vrienden die ouder waren veel interessanter vond en zo kwam het en is eigenlijk nog zo dat ik in vriendenkringen vaak een van de jongsten ben.
    In mijn kindertijd vond ik het fijn niet de oudste te zijn. Gaf mij meer vrijheid en speelruimte doordat ik gemakkelijker aan de opvoedkundige aandacht kon ontsnappen dan mijn oudste zus. Vandaar waarschijnlijk later liever de jongste te zijn.
    Die dubbelrol of de verantwoordelijkheid van de oudsten of de vrijheid van de jongsten heeft mij in mijn leven vaak parten gespeeld.
    Liefs Gerda

    1. O interessant; jij wisselt van plaats! Dat lijkt mij inderdaad heel verwarrend in bepaalde situaties. Want waar kies je dan voor, voor de oudste of de jongste?

      1. Was inderdaad vaak verwarrend. Maar voor alle duidelijkheid. Ik heb nooit tot de kleintjes behoord en later ook nooit tot de jongsten. Die speelse was meer mijn eigen plek als 2e. Maar kreeg van de jongsten vaak de plek als oudste toebedeeld omdat mijn oudste zus vroeger het zorgenkind van mijn moeder was en later emotioneel weinig of niet aanwezig .
        In familieopstellingen waar ze ook alle miskramen van mijn moeder meerekenden bleek dat mijn plek was een op de rij van 8. Dat was een opluchting voor me. Heb nooit de plek van oudste geambieerd maar behalve dat ik die toebedeeld kreeg nam ik ook van nature vaak het voortouw. Nu ouder geworden trek ik me daar steeds vaker uit terug en kan dat ook loslaten.
        Dezelfde rolverwarring zie je vaak in gezinnen met een kind met een handicap.

        1. Ja, dat geloof ik graag; dat een kind of broertje of zusje met een handicap een gigantische invloed heeft op het hele gezin.
          Toch mooi, dat je je nu ‘op joude dag’ uit allerlei patronen weet los te trekken.

  6. Gusta Sieverink-Boland

    Lieve Riekje,

    Dank voor je prachtige verhaal. Het zette me meteen aan het denken…..
    In mijn gezin van herkomst was ik de oudste dochter. Wij waren met 5 kinderen. Ik herken feilloos het zorgen, het plannen en het verantwoordelijkheidsgevoel. Terzijde: mijn man, Nico, was in zijn gezin de jongste (!).
    Waar ik wel een beetje mee geworsteld heb is, dat de volgorde in dat gezin eigenlijk iedere keer als je bij elkaar bent “er gewoon weer is”. Gelukkig heb ik een prima contact met mijn 3 broers en mijn ene zus. Maar toch….Mijn zus is de jongste en is ruim 8 jaar jonger dan ik.
    Als ik haar bezoek en we gezellig lunchen betrapt ik mezelf erop dat ik innerlijk mezelf voorhoud, dat ze nu echt helemaal “gelijk” is en niet meer het “kleine zusje”. Want dat beeld was inmiddels al weer “opgeplopt”!
    Zelf heb ik het idee dat dat hetgeen is waar de familieopstellingen mee werken: de geest/ziel van het gezin/de familie. Misschien zijn het ook gewoon ingesleten beelden/ervaringen uit mijn jeugd. In ieder geval heel erg leuk om daar uitgebreid bij stil te staan. Dank je wel!
    Lieve groet, Gusta

    1. Opmerkelijk, dat jij en Nico ook een oudste en een jongste waren.
      Die steeds weer terugkerende volgorde in het gezin herken ik ook. Ik geloof dat bepaalde wreveligheden die zich soms voordoen tussen mij en mijn zussen daar mee te maken hebben. Ik voel me dan onterecht op de plaats van ‘de jongste’ neergezet, maar tegelijkertijd neem ik die plaats waarschijnlijk ook zelf in. Of ik zet hen op de plaats van de ‘ouderen’. Lastig en verwarrend.

      Er is een leuk boekje over dit onderwerp. ‘Waarom ben ik mijn broertje niet?’ van Karl König.

  7. Al die reacties roepen weer een reactie op! Ik hoorde ooit van onze buurman hoe hij en zijn vrouw eens besloten hadden om de traditie te doorbreken om met zijn familie, inclusief alle broers en zussen +aanhang, kerstmis te vieren. Zij wilden het wel vieren met zn allen, maar dan op hun manier en nodigden de hele blups dus bij hen thuis uit. Ze hadden o.a. bedacht dat iedereen iets zou vertellen over wat hem/haar op dat moment raakte, ontroerde in zijn of haar leven. De buurman vertelde toen hoe iedereen braaf meedeed, maar hoe, toen een van zijn broers iets ging vertellen over zijn zieleroerselen, hij (de buurman dus (zichzelf erop betrapte dat hij zijn broer gewoon niet serieus kón nemen!
    Hij voelde in zichzelf het ongeloof en ook de weerstand om te geloven dat die broer ook zo kon zijn! Gelukkig was het een wijze buurman die haarscherp waarnam wat zijn aandeel in dat gebeuren was, dus het liep allemaal goed af. Maar toch…!

    1. Ja, inderdaad: maar toch…!
      Maar ook heel erg knap van die buurman dat hij dit in zichzelf kon waarnemen. Het moet voor hemzelf wel een hele bijzondere gewaarwording zijn geweest. Niet gemakkelijk om te erkennen…

  8. Dag Riekje,
    Wat ‘n schattige foto van jou, het deed me meteen denken aan praktisch zo’n zelfde jeugdfoto van mezelf. Grappig, want typerend voor die tijd was die grote witte strik in ons haar, net zoals de prinsessen destijds.
    Afgelopen 5 december ben ik 75 jaar geworden en ben de oudste van ons gezin. ik prijs me net als jij dankbaar en gelukkig dat ik tot nu toe nog ‘n optimale gezondheid heb en in die zin ben ik hier ook weer als oudste mogelijk ‘n voorbeeld voor mijn broer en 2 zussen hoe het voor hun kan gaan verlopen, alsook natuurlijk voor mijn direkte omgeving. ik bedoel te zeggen dat het zeer zeker mogelijk is om zonder allerlei kwaaltjes deze heuglijke leeftijd bereikt te hebben, waar ik erg blij mee ben. Wie weet inspireer ik, als voorloper zijnde, nog menigeen.
    Fijne avond met ‘n hartegroet van Tineke

    1. Wij hadden soms zelfs twee strikken in ons haar. En de mooiste linten waren het!
      Mijn moeder streek ze altijd even op de kachel, voordat ze ze in ons haar strikte.
      Fijn, dat je nog een optimale gezondheid hebt op je 75e! Om eerlijk te zijn kan ik dat niet zeggen. Zoals op de foto van het vorige blog te zien is heb ik behoorlijke artrose aan mijn handen en er zijn nog wel meer ‘dingetjes’ die te maken hebben met slijtage. Ik noem mezelf niet optimaal, maar wel ‘goed gezond’ en dat vind ik al heel wat.

  9. Spijtig Riekje dat ik aan jouw artrose voorbij ben gegaan. Achteraf ook spijtig dat ik me wat onhandig heb uitgedrukt omdat ik zoiets kardinaals aan het eind van jouw blog helemaal niet benoemd heb. Want wat fijn om nog steeds dat heerlijk jonge, kleine, onwetende meisjes gevoel bij je te dragen. Deze zielsvreugde kan je heel goed van pas komen om de eventuele naderende kwaaltjes goed voor jezelf op te kunnen gaan vangen. maar lieve Riekje ik hoop van harte dat je er nog lang voor bespaard mag blijven en van jouw momenteel goede gezondheid kunt blijven genieten.
    Enkele jaren geleden was ik op ‘n cursus en toen kreeg ik van de mede-cursisten te horen; goh wat leuk, we zien in jou dat kleine meisje en wat leuk dat dat nog steeds mogelijk blijkt op jouw leeftijd. Wat was dat trouwens ‘n eyeopener door ‘n voor mij destijds onbekende omgeving. Als ik nu nog even voor mezelf mag spreken vind ik dit kleine, onwetende, onderzoekende en nog altijd even nieuwsgierige meisje dat met grote ogen de wereld inkijkt misschien nog wel mijn aller grootste innerlijke rijkdom. Riekje, emoties/gevoelens op papier uiten is niet mijn sterkste kant, maar ik hoop dat deze mail wat recht gezet heeft. Hele fijne dag en geniet met volle teugen van dat heerlijke kleine meisjes gevoel. Hartegroet van Tineke

    1. En nu voel ik van mijn kant de behoefte om iets recht te zetten tegenover jou. Want toen ik op mijn artrose vingertjes wees, had ik absoluut niet de bedoeling om jou op welke manier dan ook terecht te wijzen. Voel je vooral niet schuldig of tekort schieten! Ik wilde voornamelijk laten weten dat er bij mij al wel van alles gaande is wat ouderdom betreft. Ik wil mezelf vooral niet jonger en gezonder voordoen dan ik ben.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.