Op de middelbare school vroeg de leraar Nederlands ons eens wat we later wilden worden of doen. Mijn antwoord was toen dat ik levensliederen zou willen schrijven zoals Brecht. En sprookjes. Nu ik er bij stilsta: best wel bijzonder voor een meisje van ongeveer veertien.
Maar hoe graag ik dit ook wilde, het is er nooit van gekomen. Sterker: dat eerste verlangen heb ik jaren geleden al opgegeven. Ik zal nooit levensliederen kunnen schrijven. Zeker niet zoals Brecht dat deed. Ik ga er vanuit dat dat komt doordat ikzelf te weinig ‘groot leed’ heb meegemaakt in mijn leven en het in mijn directe omgeving ook niet heb gekend. Ik zal daardoor nooit werkelijk doorleefde levensliederen kunnen schrijven.
En een aantal jaren geleden concludeerde ik dat ook het schrijven van sprookjes voor mij niet is weggelegd. Ook te moeilijk. Er is me nooit iets in die richting te binnen geschoten.
Tot eergisteravond, toen ik in het nieuws zag dat er een flink aantal Hezbollah-leden waren gedood en er nog eens duizenden gewond waren geraakt doordat hun piepers waren ontploft en er de dag erna nog eens evenveel doden en gewonden te betreuren vielen doordat er overal walky talky’s waren ontploft. Een ongelooflijk bloedbad, aangericht door naar alle waarschijnlijkheid de Mossad.
Na de ontzetting die me altijd overvalt bij dergelijke berichten, vraag ik me ook altijd af hoe zoiets in godsnaam kan gebeuren. Iemand moet dit bedacht hebben. Maar wie bedenkt zoiets? Wie bedenkt zo’n vernuftige manier om duizenden mensen tegelijkertijd te treffen? Hoe bestaat het dat je deze gigantische hoeveelheid pijn, dit onafzienbare leed, durft te veroorzaken? Hoe ben je, als je dit doet?
Soortgelijke vragen overvallen me ook altijd als ik hoor hoe mensen op alle mogelijke afschuwelijke manieren andere mensen martelen. Hoe kun je dat doen? Hoe ben je, wie ben je als je dat doet? Hoe verdraag je het leed dat je zelf aanricht en voor je ziet?
En ook nu vraag ik me dit weer af. Natuurlijk, omstandigheden (uitzichtloze armoede, bedreigingen), groepsdruk (in bijvoorbeeld het leger), indoctrinatie (vijanddenken, verontmenselijking van ‘de vijand’) en niet te vergeten psychische druk (grote angst, paranoia, woede, wraakzucht) en dergelijke spelen allemaal een rol, maar dan nog: “Wie en hoe ben je als je dergelijke dingen doet?” Je moet een soort duivel zijn om zoiets te doen. Maar wat is een duivel eigenlijk en hoe ontstaat een duivel?
En toen viel me een sprookje te binnen. Een sprookje over de duivel. Dat gaat ongeveer zo:
Er was eens een gewone, vriendelijke man. Hij leidde een gewoon, bescheiden leven in een klein dorpje. Gezellig, tussen alle mensen die daar ook woonden.
Maar dan, op een goede dag, doet zijn buurman iets wat hem heel pijnlijk treft. Zijn hart krimpt in elkaar van pijn, maar hij voelt die pijn niet, doordat die zich voordoet als woede. Hij is boos, want hij vindt dat hij onrechtvaardig is behandeld en hij wil zijn buurman dat duidelijk maken, door hem op een soortgelijke manier te treffen. “Hij doet mij pijn, dus dan doe ik hem ook pijn, zodat hij voelt wat hij mij heeft aangedaan” is zijn redenering.
Als het hem lukt om de buurman pijnlijk te treffen doet hem dat goed. Het doet hem zelfs plezier om te zien hoeveel pijn de buurman heeft. Dit plezier opent zijn hart echter niet. Integendeel; in plaats van te openen krimpt het nog verder in elkaar omdat het geen verschil maakt tussen de pijn van hemzelf en die van de buurman. Maar ook deze pijn voelt de man niet, want die doet zich nu voor als plezier: leedvermaak. Plezier om de pijn van de ander.
En dan laat de pijn zich voelen als angst; argwaan. De man kijkt met de ogen van angst en is ervan overtuigd dat de buurman hem kwaadgezind is. Hij kan hem niet meer zien zonder hem te verdenken van kwalijke bedoelingen. Hij ziet hem als iemand die kwaad in de zin heeft. Dus hij behandelt hem ook zo. Hij is er alleen nog maar op uit om de buurman van het lijf te houden, te pesten of te straffen.
En zo wordt hij een duivel: iemand die met geen mogelijkheid zijn hart meer kan voelen en geleid wordt door angst en alle mogelijke manifestaties van haat, zoals woede, argwaan, paranoia, vergelding, wraak. Hij is er uitsluitend en alleen maar op uit om de ander kwaad te berokkenen, zoals het een echte duivel betaamt.
Maar nu? Is het verhaal nu afgelopen? Zoals het er nu staat lijkt het op een soort fabeltje, zo’n verhaaltje in de trant van: hoe komt een varken aan een krul in zijn staart? In dit verhaaltje wordt duidelijk hoe een duivel ontstaat, maar daarmee is het nog geen sprookje. Een sprookje gaat altijd verder. Het heeft altijd een betekenisvol einde.
Dus: hoe schrijf ik een slot aan dit sprookje over de duivel?
Eerst wilde ik het hart van de man laten verschrompelen. Door gebrek aan zuurstof en bloedtoevoer zou het op een goede dag gewoon afsterven en de man zou vanaf dat moment gedoemd zijn een liefdeloos en zielloos leven te leiden. Tot aan zijn dood. Zeker geen prettig leven.
Later bedacht ik me dat het ook mooi zou zijn om te beschrijven hoe het deze duivelse man op zijn sterfbed zou vergaan. Sterven is loslaten: alle gevoelens en emoties die in het innerlijk liggen opgeslagen moeten worden doorvoeld voordat ze kunnen worden losgelaten. De man zou daarom niet alleen alle pijn moeten ervaren die hijzelf in zijn leven had geleden, maar ook alle pijn die hij anderen had aangedaan. Alles wat hij tijdens zijn leven had vermeden te voelen zou voelbaar worden. Wat een pijnlijk sterfbed.
Net goed, voor zo’n duivel, toch?
Maar nee, ik zou hem dit pijnlijke sterfbed ook kunnen besparen door een engel naar hem toe te sturen. Een vergevingsgezinde wijze engel, die hem zou vasthouden en helpen zijn pijn te voelen en te doorstaan door zijn tranen te laten vloeien. Al zijn pijn en al zijn tranen. Een zee van tranen!
Op die manier zou de man, die duivel, alsnog als een mens kunnen sterven.
Mooi einde, maar misschien iets te moraliserend?
Moeilijk hoor; sprookjes.
Nou ja, geen probleem: ik ga dit sprookje nooit schrijven. Ik heb er helemaal geen zin in om gedetailleerd te gaan beschrijven hoe iemand zijn hart afsluit en een duivel wordt. Ik heb het bij deze trouwens al geschreven vind ik, zij het schematisch. Maar wel met drie verschillende eindes!
Kies maar welk einde je het beste bevalt.
Die vraag stel ik me ook vaak Riekje, ‘wat is er toch met je gebeurd dat je zo god-vergeten gewelddadig, oorlogszuchtig en nog veel meer verschrikkelijke gedrag vertoont ?’.
Ik kan daar met mijn verstand niet bij. Ik begrijp het al niet als hier een motorrijder knoerthard met veel herrie door de drukte rijdt.
Hier liggen nu twee lieve logeetjes, jongens van van 11 en 14, nog braaf te slapen. Ook mijn man is nog in diepe rust. Ik zit bij de open balkondeur met prachtig uitzicht. De zon komt op. De ontbijttafel heb ik alvast gedekt. Zo vredig. Zo rustig. Zo rijk. En het is niet eens een sprookje. Veel vredelievende groeten van Jozien
Zoals je het beschrijft is het gewone leven inderdaad sprookjesachtig mooi. Wat een mooie vrede en een mooi vooruitzicht op de dag die nog gaat komen.
Je begrijpt er inderdaad niets van dat mensen zo vervreemd kunnen raken van deze en dergelijke gevoelens.
Dit doet me denken aan die oudere vrouw ergens in Oekraïne die op de eerste dag van de Russische inval tijdens een straatinterview verzuchtte: “Hoe bestaat het. Het is zulk mooi weer!”
Mij bevalt het einde waarbij de engel vol mededogen de duivel helpt om zijn verpanserde pijn te voelen en uiteindelijk toch als mens kan sterven. Ongetwijfeld zul je me meer van deze keuze krijgen, Riekje.
Ik geloof dat ik, een klein beetje, begrijp hoe een mens in een duivel kan veranderen. Pijn op pijn op pijn die niet gevoeld mag worden, wordt weg gemetseld en daarmee ook de toegang tot ‘de ziel’, tot het goede in het mens. Zo ongeveer.
Ik krijg zo wat begrip voor het mens en daardoor kan ik voorkomen dat ik hem ga haten. Het voelt ‘heel vrij’ dat ik niet haat.
Fijne laatste zon(nige)dag, Riekje!
Elma
Ja, uiteindelijk is dat ook wat mij betreft de beste oplossing; de hulp die de duivel krijgt om al zijn pijn te verzachten. Maar stiekem vind ik dan toch ook, dat al zijn slachtoffers geholpen zouden moeten worden met hun pijn.
Ja, niet meer haten is uiteindelijke vrijheid.
Er komen trouwens niet veel reacties binnen omdat de automatische verzending van de mailtjes waarin ik de nieuwe blog aankondig, halverwege de lijst is gestopt door de server. Ik denk dat ze me hebben beoordeeld als spam. Een heel karwei om dat weer ongedaan te maken….!
Heel jammer trouwens, want ik was erg benieuwd naar de reacties!
Sneu, Riekje!
Wellicht valt het nog mee.
Elma
Hoi Riekje,
Ik vind dat je een mooi geïllustreerd sprookje hebt geschreven.
Het heeft, vind ik, een mooi betekenisvol einde door de ingebouwde keuzevrijheid voor mij, de lezer, hoe ik het sprookje af wil laten lopen. Héél interactief!
Wat ik ook heel knap vind is dat jij jezelf, als schrijfster van het sprookje, subtiel als personage tevoorschijn laat komen in het verhaal door jouw gevoel voor leedvermaak door te laten sijpelen in de vraag: “Net goed, voor zo’n duivel, toch?” Of projecteer ik nu iets van mijzelf op jou? Dat lijkt mij van wel omdat ik het tijdelijke ontladende gevoel van leedvermaak wel herken. Wel is het zo dat leedvermaak op bloedbad-niveau, voor mij, ‘a-bit-over-the-top’ is. Maar de kiem ‘om de ander te treffen’ zit er bij mij wel in. Dat is voor mij het moraal van jouw verhaal. Geschreven als een sprookje. Met een open eind.
Rob.
Klopt! Die korte opmerking “Net goed voor zo’n duivel, toch?” schoot onverhoeds door me heen tijdens het schrijven en ik heb hem opzettelijk laten staan. Een kort moment van leedvermaak!
Ja, de behoefte aan wraak is volgens mij diep verborgen aanwezig in waarschijnlijk iedereen. In feite is dit ook de kern van alle verschrikkelijke bloedbaden waar we tegenwoordig mee geconfronteerd worden.
Er zal heel wat moeten gebeuren om deze behoefte aan wraak bij mensen uit te bannen.
Mooi beschreven Riekje.
Ik denk opeens aan zenleraar Thich Nhat Hanh, die heeft gezegd dat wij zowel de duivel als de engel in ons hebben/ zijn…zowel de gemartelde als de beul…en om met mededogen en wakkerheid te zíen..
Zo ongeveer dacht ik dat hij het zei.
Menszijn is geen eenvoudige opgave…
Dankjewel!!!
Ja, dat was inderdaad wat hij zei: we hebben alles in ons. Het ligt aan de omstandigheden wie en wat we zijn en doen. We hebben makkelijk praten en oordelen als onze omstandigheden relatief gunstig zijn. Maar wat doen we als we ons bedreigd en angstig voelen? Hoe edelmoedig zijn we dan nog? Mens zijn en vooral mens blíjven onder alle omstandigheden is zeker niet gemakkelijk.
Ik kreeg je mail vandaag. Ook ik heb wel eens een duiveltje in mij. Ik ga er eens over nadenken wat ik nodig heb en nodig heb gehad om afscheid te nemen van dat duiveltje.
Iedereen heeft wel eens een duiveltje in zich volgens mij. Terwijl ik de blog schreef dook er ook eentje op in mij. Hij zei: “Net goed voor zo’n duivel, toch?” Ik had die zin weg kunnen halen, maar dat deed ik opzettelijk niet om te laten zien dat ook in mij zo’n duiveltje zit. Op zich is het geen probleem dat die duiveltjes blijven komen. Als je ze maar geen invloed geeft op je gedrag. Ik heb en houd altijd de keuze tussen de drie eindes die ik schreef.
Riekje,
Dank voor je inspirerende verhalen.
Deze laatste thematiek is zo complex en lijkt ingebakken in
de mens.Nemen dieren wraak?
Waarom die wraakopwellingen?
Gelukkig vind ik antwoorden en hulp met je boek
“Boos”.
Jos.
Je hebt gelijk als je zegt dat deze problematiek heel complex is. Ik zit er zelf ook nog over na de denken. Het heeft er ook mee te maken dat het niet alleen over wraak gaat, maar ook over rechtvaardigheid. Wat moet er met de slachtoffers gebeuren? Hebben zij recht op iets? Of is de zaak afgedaan als de dader is gestraft?
Ik veronderstel dat dieren geen wraak nemen, maar er zijn verhalen over olifanten die mensen die hen ooit slecht hebben behandeld, soms nog na jaren een klap met hun slurf verkopen! Ik kan me trouwens voorstellen dat chimpansees wel wraak nemen. Je zou Frans de Waal daarop moeten nalezen.
Het heeft in ieder geval wel alles te maken met hoe je omgaat met je boosheid, dat ben ik met je eens.
Joden is in WO II en in alle tijden veel leed aangedaan, alle in Israël wonende Joden hebben dus getraumatiseerde voorouders. Dit heeft zich doorgegeven tot de huidige generatie.
De meeste orthodoxe Joden willen alle niet-Joden weghebben. Ook al hebben die er al eeuwenlang gewoond.
Veel van de meeste overige Joden willen een tweestatenoplossing.
Waar komt dit verschil vandaan?
Ik heb geen exact antwoord op je vraag waar dit verschil vandaan komt.
Ik denk wel dat het uiteindelijk te maken heeft met de bereidheid en het vermogen om pijn te voelen en te verwerken, wat alleen maar zal lukken wanneer boosheid en rigide opvattingen losgelaten durven worden, zodat er een andere kijk op de mensen en de wereld kan ontstaan.
Thich Nhat Hanh heeft indertijd (1998?) groepen Israëliërs en Palestijnen in Plum Village ontvangen en hen na een periode van rust en kalmering met elkaar laten praten. Dat leverde dan altijd heel veel herkenning en toenadering op. De mensen zagen elkaar dan, vaak voor de eerste keer in hun leven, als mensen met dezelfde pijn en verdriet, maar ook dezelfde verlangens en hoop als henzelf.