Even terug naar mijn eerste blog over papavers. Dat verhaal begon in onze tuin in Gameren en eindigde met de klaprozen op de slagvelden van WOI. Een beetje triest, dus ik sloot als een soort troost een link bij naar die prachtige muziek van Purcell: Dido’s lament.
Toch aarzelde ik nog om het verhaal te publiceren, totdat een merkwaardig toeval de doorslag gaf om het toch te doen. Ik citeer uit deze blog:
Vlak nadat ik deze muziek (Dido’s lament) op youtube had opgezocht en beluisterd en het nog in mijn hoofd door zong, zette ik in de keuken de radio aan en tot mijn grote verbazing klonk toen dit ‘Dido’s lament’. Dat is opmerkelijk, want je hoort het vrijwel nooit op de radio. Wat je noemt een coïncidentie. “De muziek die binnenin me is, klinkt nu ook buiten me. Zo binnen, zo buiten. Laat ik dan de tekst die nu in mijn hoofd zit, maar naar buiten brengen,” besloot ik op dat moment.
Papavers en Dido’s lament horen voor mij sinds die tijd bij elkaar.
https://riekjeboswijk.nl/papavers/
En wat gebeurde er op de zondag waarop ik mijn blog ‘Nog een keer papavers’ had gepubliceerd? Ik liep om een uur of zes de keuken in, nog prettig na-deinend op alle mooie en aardige reacties die ik in de loop van die dag had gekregen, ik klikte de radio aan en daar klonk Dido’s lament! Mijn mond viel open van verbazing, want, zoals ik hierboven ook al beweerde, dit stuk hoor je vrijwel nooit op de radio. Weer een blog over papavers en weer Dido’s lament. Wat een coïncidentie!
“Nu moet ik daar toch echt iets mee” schoot door me heen.
Dat had ik overigens al eens eerder gedacht, namelijk toen er in 2022 ook een aantal opmerkelijke coïncidenties plaatsvonden. Ik noemde ze toen ‘schouderklopjes van het universum’ en ik schreef er in een blog over: Ik zeg dan wel dat ik dergelijke coïncidenties beschouw als schouderklopjes van het universum, maar eigenlijk heb ik geen idee wat dergelijke samenlopen te betekenen hebben. Eerlijk gezegd denk ik dat het mijn brein is, dat alles wat er gebeurt probeert te ordenen in logische verbanden en dat het op die manier betekenis probeert te geven aan willekeurige gebeurtenissen.
Met andere woorden: ik begrijp werkelijk niet wat coïncidenties te betekenen hebben.
Sinds die tijd dacht ik er niet meer over na, maar nu deze muziek voor de tweede keer klinkt bij mijn papaver-blog, wil ik weer een poging doen om er iets meer van te begrijpen. Even googelen dus!
Er is op internet heel veel te vinden over coïncidenties en synchroniciteit. Ik lees van alles over lineaire tegenover circulaire tijd; oorzaak en gevolg tegenover verbondenheid en gelijktijdigheid; causaliteit tegenover a-causaliteit. Ik lees over het idee van de Unus Mundus, waarover Jung het had, die synchroniciteit-verschijnselen opvatte als plotselinge doorkijkjes van de universele verbondenheid: zo boven zo beneden, wat ook het onderliggende principe is van de astrologie.
Ik lees ook dat er in de moderne wetenschap ideeën ontstaan over een ‘nulpuntenenergieveld’ waardoor synchroniciteit wetenschappelijk verklaard zou kunnen worden. Ik lees dat wijzelf uit energie bestaan en dat het om ons heen en door ons heen wemelt van energie. Ik lees over kwantum-fysica en de fysicus Bohm die het universum zag als één dynamisch web van energie-uitwisselingen met een verborgen basisstructuur die alle mogelijke versies van alle vormen van materie bevat.
Dit doet me denken aan het Web van Indra uit het Boeddhisme, wat tot mijn verwondering niet wordt genoemd.
Mijn eigen beschrijving van het Onbegrensde Veld van licht of energie in mijn boek De reis van het gewaarzijn , hoe summier ook, lijkt op de omschrijving van Bohm. Het denken in termen van energie is me niet vreemd.
Maar toch, al dit onderzoek naar en de kennis van het universele veld waarbinnen ons bestaan zich afspeelt, hoe interessant ook, maakt me niets duidelijk over de verbinding tussen dit veld en de dagdagelijkse werkelijkheid waarin de coïncidenties feitelijk plaatsvinden. En dus ook niet over hun betekenis.
Gelukkig vind ik ook deze passage: Voorts is het bij synchroniciteit belangrijk dat men de gelijktijdigheid van waarin iets gebeurt als zinvol ervaart. Deze zingeving berust dus op een interpretatie en is persoonlijk. Het zinvolle toeval is dus zinvol voor diegene die er een betekenis aan geeft. Het zijn momenten in het leven waarbij je een bepaalde voorbestemming bijna tastbaar voelt. Zonder ontvangende waarnemer is er dus geen synchroniciteit.
Aha, daar gaat het dus om: een ontvangende waarnemer. Een waarnemer die betekenis geeft aan de coïncidenties, er zelfs een voorbestemming in voelt. Klopt, soms gebeuren er dingen die zó toevallig zijn dat je je niet kunt voorstellen dat ze op zuiver toeval berusten. Maar toch; hoe verhouden die beide werkelijkheden zich tot elkaar? Beïnvloeden ze elkaar? En hoe dan? Het wordt me niet duidelijk. Het is en blijft voor mij een mysterie.
En dat is het al lang. In 1992 maakte ik de pastel hieronder, die ik de titel gaf: ‘Het mysterie.’ Er staan allerlei woorden op die onleesbaar zijn, doordat ik er met pastel overheen heb gekrast. Ik bedoelde hiermee te zeggen: ik kan de uiteindelijke waarheid niet (meer?) lezen.
Mij rest dus het mysterie.
En dat ervaar ik niet als een probleem. Ik vind het werkelijk niet moeilijk om het mysterie te erkennen en er zelfs deel van uit te maken. Integendeel, ik ervaar het als een soort vrijheid om het niet te weten en het ook niet te hoeven weten.
Maar toegegeven, coïncidenties zoals die met mijn papavers en Dido’s lament zijn toch heel bijzonder. Ik blijf ze graag opmerken en waarderen als schouderklopjes. Van het universum.
Dank voor het bovenstaande bericht. Twijfelen mag en mystiek mag er zijn. Een verademing om te lezen.
Ja, alles is er en mag er zijn, zo voelt het voor mij ook. Doet me goed te horen dat het voor jou een verademing is.
Ken je de boekenreeks ‘Gesprekken met God’ van Neal Donald Walsch? Die werpen een heel mooi ander licht op hoe die zaken in elkaar steken. Hoe alle dingen verbonden zijn en wat maakt dat synchroniciteit optreedt. Met verwijzingen naar bekende wereldleraren, plus verheldering over hun uitspraken in het licht van het hoofdthema in de boeken.
Ik herinner me dat dat boek ooit verscheen. Best al wel een hele poos geleden, toch? Ik heb het nooit gelezen. Moet ik dus nog maar eens doen. Mijn stapeltje met boeken die ik allemaal zou willen lezen groeit….
Inderdaad een bijzonder en ondoorgrondelijk mysterie. Alle signalen en “hulp” die ik bijvoorbeeld heb moeten krijgen om via een lange weg uiteindelijk in 1970 Wilma (zie boven) te hebben mogen vinden, past hier helemaal in.
De reactie van Wilma staat niet hierboven, maar is om de een of andere reden een stukje lager terecht gekomen.
Maar wat bijzonder dat je vertelt over omwegen en ‘hulp’ die je hebt gekregen om Wilma te vinden. Dat maakt me natuurlijk heel erg nieuwsgierig
naar details. Het zal vast een heel mooi verhaal zijn!
Maar mooi, om je relatie zo omringd te zien door een grotere dimensie.
Goedemorgen Riekje,
Wat fijn dat je ook hierover jouw gedachten en gevoel deelt. Voor mij is de “wetenschap” vaak te beperkt. Pas als ik het willen weten loslaat, kom ik in een andere vorm van ervaren: ik val samen met een een andere vorm van weten en de dingen gaan “vanzelf”. Dit ervaar ik vooral bij mijn haptotherapeutisch werk, waarbij onbetekenend schijnende gevoelens en verhalen ineens betekenis krijgen. Persoonlijk heb ik vaak energie gevoeld, van mezelf en anderen. Maar voor het duiden moest ik mijn ” waarheden” oprekken, want de wetenschap staat op dit terrein nog in de kinderschoenen…. Fijne zondag!
Klopt: dat alles willen weten staat een andere manier van ervaren in de weg. Het ‘vanzelf’ gaan van de dingen voelt dan heel prettig aan. Mooi, om dit niet-weten in te schakelen bij je werk en dan een ruimere werkelijkheid te ervaren. Dat levert vast heel mooi werk op!
Mooi, Riekje. Deze verrassingen maken het leven een stukje dieper.
Jazeker dieper, maar ook ruimer. En het blijft allemaal raadselachtig.
Mooi Riekje! Het leven is een groot mysterie waarvan we af en toe een tipje van de sluier mogen oplichten.
Precies. En al snappen we niet wat we onder dat tipje van de sluier te zien krijgen, maar het geeft toch een ruimere ervaring op zo’n moment.
Hoi Riekje,
Leuk hoe je je verwondering beschrijft…
Voor mij is het toeval van die herhaalde muziek een expressie van onze menselijke onhandigheid met lage kansen om te gaan. Eéns in de duizend jaar, stel een overstroming, kan morgen zijn, én over eeen maand, danwel over tienduizend jaar…. We zijn volgens mij niet zo goed in de omgang met zeldzame frequenties. Mijn persoonlijke voorkeur neigt naar dit soort simpelste verklaringen. En dit type wetenschappelijke insteek is een ander domein dan betekenisgevende duidingen. Voor mij wringt het daar een beetje.
Mag het ook zo simpel zijn?
Aha, lage kansen. Wat een mooi begrip. Nooit van gehoord. Dat zou een eventuele verklaring kunnen zijn. Heerlijk simpel!
Want ja, het begint te wringen bij de betekenisgeving. Zoals ik als eerste schreef: ‘het zijn mijn hersenen die alles tot een betekenisvol geheel willen maken.’ Het is de zinzoekende waarnemer die het probleem schept.
Wat een mooi beeld wat je schept. Dat kan toch geen toeval zijn, zo wordt er gedacht. Maar als het geen toeval zou zijn dan zou er een voorbestemdheid moeten zijn. Een oppermacht heeft dit voor mij geregeld. Wat zou dat mooi zijn. Wishful thinking helaas, volgens mij. Nee, sluit ik mij liever aan bij de ‘lage kansen’. Een mooie term voor een nuchtere geest. Gelukkig blijft de combinatie van beeld & muziek ook dan betoverend….
Nou ja, geen regelende oppermacht misschien, maar dan toch een soort zinvol samengaan van twee werelden.
Als ik eerlijk ben ga ik ook voor de lage kansen, maar dan wel met van tijd tot tijd frappante momenten. En wat is het toch prettig om je even betoverd te voelen….
Dat onbevangen waarnemen. Herkenbaar betoverd voelen, zoals je schrijft. Die verwondering van dat kleine nieuwsgierige jongetje, die nog steeds in mij huist. Daar wil ik zuinig op zijn. En alle duidingen mogen veranderen met de tijd. Voor mij een expressie van vrijheid.
Maar het begint met die onbevangen, verwonderde blik.
Leuk gesprek!
Ja, het gaat uiteindelijk om die open verwonderde blik.
Maar daarnaast mag van mij de behoefte om alles te willen duiden en begrijpen ook bestaan. Ik noem dat vaak ‘mijn bijgelovige zelf’.
Zo schreef ik in de blog op 1 januari 2021 bij een foto van een doorgesneden ui:
‘De eerste ui die ik op de eerste dag van het jaar doormidden sneed, viel prachtig in tweeën uiteen op mijn snijplank. Mijn Bijgelovige Zelf was er als de kippen bij om dit uit te leggen als een gunstig voorteken: 2021 wordt een mooi jaar!’
Ja leuk, zo’n gesprek!